zaterdag 1 september 2007

Afscheid....

Inmiddels heb ik al weer 10 (!) minuten onafgebroken onder een klaterende douche gestaan - wat een weelde. En mijn katjes verkeren dankzij een uitstekende verzorging in goede conditie; ze doen of ik niet langer dan een dag ben weggeweest... Hoogste tijd om het weblog af te ronden.

Deheisha heeft een hele dag en avond genomen om afscheid van een vrijwilliger te nemen: het eerste afscheid was van 'mijn kinderen' in Karama. Bijna alle kinderen hielden een toespraak tegen me; alleen Mahmud - de oudste op dat moment - was te emotioneel... Daarna mocht ik de groep toespreken. Natuurlijk had ik een onwijze hoeveelheid lekkere dingen meegenomen naar het afscheid; ook bracht ik een grote hoeveelheid 'mortadella' mee om die over te dragen aan de nieuwe kattenverzorger (er was veel belangstelling voor dit baantje). In mijn toespraak noemde ik mijn domheid om zoete dingen te serveren, terwijl ik al die tijd heb lopen hameren op de voordelen van fruit eten en het belang van tanden poetsen. Ik heb ze verteld dat ik erg genoten heb van onze activiteiten en dat ik alle mensen in Nederland zou vertellen hoe goed en lief de mensen in Palestina zijn (bij deze!). Daarna bleken verschillende groepjes wat ingestudeerd te hebben en hadden ze een verzameling van mijn Arabische lievelingsmuziek bij elkaar gesprokkeld, waarna we nog lang gedanst en gezongen hebben met z'n allen.

Het afscheid van de familie hakte er ook in; en daar was ik gezien de hoeveelheid familieleden ook wel even mee bezig natuurlijk. Ze hadden heel veel kado's meegebracht; bij een aantal dacht ik: hoe krijg ik het in hemelsnaam thuis? Allerlei eetbare dingen in megaverpakkingen, om de smaak van Palestina levend te houden. Maar ook vazen, spaarpotten, muziek, een nachtjapon, chocola en diverse sierraden... Gelukkig kreeg ik ook een extra tas om de spullen in te vervoeren. Vooruit: de laatste plaatjes:
http://www.mijnalbum.nl/Album=QDFEOTMT

De terugreis verliep zeer voorspoedig, mede dankzij een aantal goede adviezen dat ik had gekregen om de strenge ondervraging door de Israelische veiligheidstroepen te doorstaan. Ik heb dus het volste vertrouwen in de mogelijkheid om terug te gaan (er zijn internationals die op een zwarte lijst gezet worden, vanwege hun activiteiten in de Palestijnse gebieden en daardoor Israel niet meer in kunnen...).

Terugkijkend op mijn verblijf in Deheisha vluchtelingenkamp gaan er veel gedachten door mijn hoofd. Herinneringen aan de hitte, de warmte en hartelijkheid van de mensen, de armoede en uitzichtloosheid, de 'pesterijen' van de bezetter. Maar ook de onderlinge hardhandigheid, de vroomheid, de huilende kinderen, de afhankelijkheid van hulp, het geschreeuw & lawaai en de vele niet-nagekomen beloften...

Ik heb mijn moeilijke momenten gehad (ik heb twee keer op het punt gestaan te vertrekken), maar ben heel blij dat ik tot het einde gebleven ben. Ik heb geleerd dat ik les kan geven en het heel goed met kinderen van alle leeftijden kan vinden. Ik heb genoten van alle politieke gesprekken en discussies en het vele heerlijke fruit. Ik ben vol bewondering over hoe mensen in deze omstandigheden het hoofd boven water weten te houden en alles aan de praat weten te houden. Ik heb fantastische mensen leren kennen die met veel wijsheid en liefdevol in het leven staan. Die gastvrijheid belijden, op alle mogelijke manieren. Die alles met je delen en je behandelen als hun eigen familie.

Mijn nieuwsgierigheid ging voor mijn vertrek uit naar hoe het leven in een vluchtelingenkamp zou zijn. Dat weet ik nu: het is verschrikkelijk! De slogan bij de oprichting van de staat Israel in 1948 was: 'een land zonder volk, voor een volk zonder land'. Het is een grote leugen: het volk dat tot 1948 woonde in dat 'land zonder volk' zit nu uitzichtloos opgesloten in kampen en kunnen alleen maar dromen over terugkeer naar hun oorspronkelijke dorpen. Dat doen ze met overgave, maar ook met een groot gevoel van moedeloosheid. De Palestijnen hebben het tragische gevoel dat zo'n beetje alle mogelijke oplossingen al eens geprobeerd zijn en hebben hun vertrouwen in de wereld en hun eigen leiders verloren. En daar kan ik me alles bij voorstellen....

Hoe het verder moet met Palestina weet ik niet en heb ik (helaas) niet in de hand. Het is mijn droom dat Israel bevolkt wordt door alle mensen die er nu wonen, op gelijkwaardige basis, met een democratische regering en waar er kansen voor iedereen zijn. Helaas dromen maar heel weinig mensen deze droom: in Israel regeert de angst en in Palestina de moedeloosheid.... En voorlopig houdt een hele grote muur deze situatie in stand!

Het werken aan een dagelijks weblog heeft meegeholpen aan het op de been blijven: het was gewoon leuk om van de diverse dagelijkse avonturen een leesbaar verhaal te maken. Veel is natuurlijk niet in het weblog terecht gekomen, maar kwam in mijn dagboek terecht of in een van de mails aan familieleden of vrienden.
Een weblog heeft natuurlijk wel lezers nodig: gelukkig waren die er.
Dank voor de reacties op mijn dagelijkse berichten; maar ook voor de vele mails met commentaar, aanmoediging en vragen. Het hielp mee om scherp te blijven.

donderdag 30 augustus 2007

Over (tegenwerkende) taxichauffeurs: de trip naar Nablus

Na twee maanden in de Westbank was ik - tot gisteren - altijd vol lof over het openbaar vervoer. Veel aanbod, snel, goedkoop en altijd onverwachtse ontmoetingen. Met taxi'service'chauffeurs die altijd hun best voor je doen. Vol goede zin vertrok ik gisteren even na 9 uur naar Bethlehem om naar Nablus te gaan. De taxi's verzamelen zich per richting en op 'mijn' plek aangekomen hoopte ik binnen 2 uur in Nablus te zijn, waar 'gids' en vriend van vriend Aleeh op me wacht. Eerste tegenvaller: ook hier geen belangstelling van wie dan ook om naar Nablus te reizen. De chauffeur gaat rijden als de taxi vol is; gedurende 3 kwartier ben ik de enige passagier. Dan stelt hij me voor om naar Jericho te rijden. Het is een omweg, maar ik mag voor dezelfde prijs mee. Van Jericho zal hij me vervolgens naar Nablus brengen. Niet dat ik iets in Jericho te zoeken heb, maar een onverwachts extra tripje is altijd leuk. Bovendien heb ik voldoende tijd.... denk ik. Na het veranderen van onze bestemming (nu 'Riha' = Jericho) stroomt de taxi vol en we vertrekken na twintig minuten. Voorspoedig bereiken we Jericho waar de chauffeur de passsagiers dumpt - op mij na natuurlijk - en vervolgens de ramen sluit, de airco aanzet en rondjes met me begint te rijden. Het duurt even voor ik dit door heb.... De rit begint met een huwelijksaanzoek (tot dat moment hebben we nauwelijks een woord gewisseld; voldoende reden om het eervolle aanzoek af te wijzen). Zijn volgende tactiek is mij een priverit naar Nablus aan te bieden; deze is 7 x zo duur als een 'service-rit', dus ik bedank voor de eer. Dan zet hij me af bij de verzamelde taxi's voor Nablus: hij heeft er geen zin meer in.

Daar is het van hetzelfde laken een pak: op een meisje met een dichtgeplakt oog na - is er niemand die naar Nablus wil. Het lange wachten begint, in een taxi waar de temperatuur oploopt tot 37 graden. Na 45 minuten begint mijn bloed zowel letterlijk als figuurlijk te koken: inmiddels staat mijn gids al enige tijd in Nablus op me te wachten - en ik zit in Jericho! Op zijn oud-Hollands ben ik assertief tegen een groepje rondhangende chauffeurs en waarrempel: er gaat er eentje rijden! In die taxi sukkel ik vanwege gebrek aan slaap in de afgelopen twee nachten langzaam van de wereld. Tot ik wakker geschreeuwd word en men Nablus tegen me roept. Ik stap wankelend van de slaap uit en sta in de middle of nowhere... (ik heb natuurlijk al wel betaald tot Nablus). Uiteindelijk weet ik weer een taxi aan te houden die me naar het busstation van Nablus wil brengen, waar Aleeh staat wortel te schieten. Helaas, ook deze meneer heeft er geen zin in en gooit me uit de taxi op de Feisalstraat - het is dan half 3 en ik ben in staat gelijk om te keren! Gelukkig komt Aleeh me redden, waarna onze tour begint.

Nablus is een prachtige stad, waar de militairen (van allerhande snit en nationaliteit) over elkaar heen struikelen. Daar tussendoor ook nog veel bewapende burgers. De stad is van oudsher beroemd om zijn kanaffa; de reden van mijn bezoek is dat ik graag in het bezit wil komen van het recept. Ik ben er dol op en heb zelfs een Palestijns kookboekje gekocht waar het recept in staat, maar bij lezing vielen me al drie fouten op. Vandaar dat ik de bereiding graag met eigen ogen wil zien. Iedereen in Deheisha heeft me verzekerd dat dit een kansloze missie is: het recept is geheim. Aleeh neemt me meteen mee naar de oudste kanaffa-bakker, waar ik in de bakkerij zo lang mag rondkijken als ik wil. Zie de plaatjes: http://www.mijnalbum.nl/Album=QDFEOTMT
Helaas: ik kan - met kookboek in de hand - de bereiding niet goed volgen (misschien toch geheim?) Natuurlijk proeven we ook uitgebreid van het gebak, gevuld met zachte geitenkaas, overgoten met gesuikerd rozenwater. Dan neemt Aleeh me mee naar het oude badhuis van Nablus waar we hartelijk ontvangen worden. Omdat het op dinsdag vrouwendag is en ik er op woensdag ben, heb ik niks meegenomen om van een bad te genieten. Ze doen er daar alles aan om me van gedachten te laten veranderen; ik beloof ze dat ik zeker een keer terugkom om te genieten van deze hamam. Tenslotte bezoeken we de (nieuwe) universiteit van Nablus: het is er prachtig! Mooie nieuwe gebouwen (allemaal geschonken) en veel enthousiaste studenten. Terug in het centrum eten we het beste broodje kebab van de Westbank bij een vriend van Aleeh en is het tijd voor mij om te vertrekken. Voor mijn familie en de kinderen van Karama sla ik nog even snel 4 kilo kanaffa in. Ik ben dan 2 uur in Nablus geweest....

Van de terugreis is vooral het checkpoint memorabel: hele lange rijen Palestijnen die proberen het checkpoint te passeren. Voor mij - zwaaiend met mijn Nederlandse paspoort - is er een aparte doorgang: ik hoef niet te wachten. Er is een cameraploeg aanwezig (weet niet waar vandaan) die deze genante vertoning op film vastlegt.

Het is mijn bedoeling om de nacht bij vrienden in Beit Sahour door te brengen. Maar met de taxi daarheen gaat het weer mis: mijn chauffeur stopt aan de verkeerde kant van Bethlehem en is niet te vermurwen om naar de plaats te gaan waar hij zou moeten gaan!

Enfin, uiteindelijk bereik ik mijn bestemming - maar het duurt een tijdje voor ik over alle tegenslagen van de dag heen ben. Hoe is het mogelijk dat het 2 maanden goed gaat en op deze dag alles verkeerd wat maar verkeerd kan gaan. Ik heb in totaal 8 uur gereisd voor een bezoekje van 2 uur aan Nablus. Maar ik weet zeker dat ik er nog eens terug ga!

Dit is mijn op een na laatste verslag van mijn verblijf in de Westbank. Vandaag ben ik nog bezig met losse eindjes afronden, afscheid nemen en pakken; morgen vertrek ik richting Nederland.... jippie! In mijn laatste verhaal de laatste belevenissen en een soort evaluerende terugblik.

dinsdag 28 augustus 2007

Opgravingen en een bijzonder weerzien.

Het was vandaag een geslaagde dag, beste lezer.
Met gids Sayid ben ik vanmorgen bijtijds richting Herodian vertrokken; onlangs had ik namelijk in de Volkskrant gelezen dat er enkele opzienbarende opgravingen gedaan waren. Ze bleken nog volop aan de gang te zijn, maar het was het bezoek zeker waard.
De reden dat ik mezelf de luxe van een gids heb gegund (ik doe het normaal allemaal graag zelf...) is dat de broer van Sayid taxichauffeur is op een 'service' - dat is een taxi waar iedereen in kan meerijden voor 2 shekels. Onlangs hield het Israelische leger zijn taxi aan, en liet de zes passagiers uitstappen. Een van die passagiers bleek 'gezocht' te worden. Voor straf zit de broer van Sayid nu 4 (!) maanden in de gevangenis! Alsof het al mogelijk zou zijn om in dit soort vervoermiddelen de antecedenten van de passagiers na te gaan.
Bij 'echte' taxi's werkt het overigens wel zo: in Jeruzalem sprak ik een taxichauffeur die nauwkeurig alle permissies controleert, omdat hij zowel zijn auto een jaar kwijt is en een paar maanden de gevangenis in verdwijnt als hij iemand vervoert die een verkeerde (qua kleur) of geen permissie heeft om in Jeruzalem te zijn...
Sayid heeft vandaag dus als kostwinner kunnen (of liever: moeten) fungeren. Hij heeft gewerkt en geld verdiend en ik kon helemaal ongestoord de toerist uithangen.
Wat heel opvallend was op de Herodian site, waren de diverse opschriften. In Mijn Album
http://www.mijnalbum.nl/Album=QDFEOTMT
heb ik ze even op een rijtje gezet. Er zijn twee plaquettes met teksten over de opstand van de Joden tegen de Romeinen. Er is ook een plaquette van de opstand van de Palestijnen tegen de Joden: alleen heet de Palestijn nu terrorist. Zou niemand van het ministerie van Opgravingen hier de ironie van inzien?

Terug in Bethlehem had ik een bijzondere ervaring. In mijn eerste weken hier ontmoette ik een jongen die halskettingen liep te verkopen. Ik meende, eerlijk gezegd, dat hij geestelijk gehandicapt was. Ik had een heel leuk gesprek met hem en hij gaf me een ketting kado. Ik zei hem toen nog niets te willen kopen, maar dat ik zou terugkomen vlak voor ik terug naar Nederland zou gaan. Terwijl ik een broodje falafel zit te eten, staat deze jongen (Hayo) ineens voor mijn neus. Ik zeg dat ik net aan hem zit te denken, omdat ik nu bijna naar huis ga en wel wat kadootjes wil scoren. We drinken samen thee en hij neemt me mee naar zijn 'magazijn' (zie Mijn Album). Daar ligt een ongelooflijke hoeveelheid lokale handenarbeid: de halve Westbank moet wel voor hem werken. Na het uitgebreide bezoek aan het magazijn (ik mocht er vrijuit in rondstruinen) neemt hij me mee naar zijn huis. Een prachtig huis, van meer dan 1000 jaar oud, met uitzicht op het plein voor de Geboortekerk. Daar drinken we weer thee en doen we (hele goede) zaken. Ik heb er een vriend in Bethlehem bij!

Thuisgekomen in Deheisha ga ik een hapje eten bij tante Menal en krijg daar te horen dat er vanavond feest is, in mijn huis. Broer Taher is namelijk terug uit Jordanie en mag zichzelf nu verloofd noemen (hij heeft er 2 jaar op moeten wachten; zijn familie gaf geen toestemming). Zijn aanstaande (nicht Aisha) is overigens niet meegekomen. Als ik even bij huisgenote Fatima langswip en haar vraag naar het feest, antwoordt ze in grote lijnen als volgt: over mijn lijk. Ze weet van niets.... Om een lang verhaal kort te maken: er is momenteel een heeel groot feest aan de gang - in ons huis. Er zijn tegen de 100 vrouwen en kleine kinderen verzameld die lawaai voor 300 maken; de mannen houden zich op straat onledig met het afsteken van grote hoeveelheden vuurwerk. Na een uur 'feesten' (en een blikje cola met een kwart van een zoet flapje) vlucht ik met pijnlijke trommelvliezen naar het Fast Net Center, waar ik inmiddels in de avonden bijna woon. Ik zit er een beetje raar bij - in mijn Palestijnse feestjurk, mijn thoub - maar daar kijkt niemand van op.

Morgen vertrek ik al bijtijds naar Nablus. Een tripje waarop niemand mij wil (durft te?) vergezellen. Ik heb een lokale gids geregeld die mij de stad gaat laten zien. Alle helden die niet meedurven hebben wel kilo's kanaffi - de lokale specialiteit - bij mij besteld, zodat ik zwaar beladen zal terugkeren, insjallah! Het zal een moeilijke reis worden (Nablus staat bekend om zijn 'tegenstand' tegen de bezetting), maar omdat ik alleen reis (en met mijn Nederlandse paspoort kan zwaaien) zou het voor mij gemakkelijker moeten zijn dan voor Palestijnse reisgenoten. We gaan het zien!

maandag 27 augustus 2007

Zondag a.s.: inloopborrel vanaf 15.00 uur!

Na alle horror-verhalen van internationals die proberen terug te keren naar Europa, houd ik mijn hart vast als ik Alitalia bel voor het bevestigen van mijn terugvlucht a.s. vrijdag. Maar ik heb (weer) geluk: als ik maar op tijd ben, zal er een plaatsje in het vliegtuig voor me zijn. Omdat het openbaar vervoer tussen Deheisha en Tel Aviv nogal omslachtig is en veel tegenslag kan hebben (mijn rit hierheen heeft meer dan 5 uur geduurd), heb ik besloten een taxi te gaan nemen. Ook nog moeilijk, want - uiteraard - mogen de meeste Palestijnse taxi's Israel niet in. Ik heb gelukkig iemand gevonden met een 'permissie', dat gaat dus wel lukken.

Vanuit de wijde omgeving begin ik allerlei afscheidskado's te ontvangen. Grote zakken met maramya - oftewel salie. Hier wordt de lievelingsthee van de Palestijnen van gemaakt en ik kijk alleen maar uit naar het moment er van verlost te zijn (ik heb al mijn hele leven een hekel aan de lucht van salie). Nu kom ik op Schiphol aan met een koffer die zodanig zal stinken, dat de douane me zeker zal verdenken van het smokkelen van verboden waar - waarbij de salie als afleidingsmanoeuvre dient.... Ook allerhande andere kruiden die goed zijn tegen alle soorten kwalen, ingedikt druivensap, specerijen om kip mee in te smeren en wat al niet.

Het lijkt onwerkelijk om hier straks niet meer te zijn. Maar dat zal wel logisch zijn na bijna twee maanden. Deze week ben ik nog druk met uitstapjes, al gaat het uitstapje naar Nablus even niet door vanwege spanningen daar. Er is een man door een sluipschutter doodgeschoten, omdat die dacht dat de man een mes in zijn handen had. Het was een broodje falafel.... Je zou denken: en wat dan nog, dan is het een mes... Die schutter zit hoog en droog in zijn toren, de man is op geen enkele manier een dreiging voor hem.

Twee dagen geleden (zaterdag) was het in Bethlehem trouwens ook spannend: ineens veegde de Palestijnse intelligence (er is geen leger, maar de politie bestaat uit 14 onderdelen, waaronder dus een heuse eenheid die zich met intelligence bezig houdt) Manger Square schoon (het plein voor de Geboortekerk). Het zag er allemaal heel stoer en angstaanjagend uit. Ze bleken te jagen op twee Hamas-leden en hielden voor dat doel alle passerende auto's aan. De Hamas-mannen werden overigens niet gevonden. De mannen van dit politieonderdeel zeiden trouwens de dag van hun leven te hebben; ze hebben heel weinig te doen. Dit was echt een verzetje....

Aanstaande zondag (2 september) hoop ik zodanig geacclimatiseerd te zijn (wat vooral zal bestaan uit het doodknuffelen van mijn 3 katten!) dat ik een inloopborrel geef voor iedereen die zin heeft langs te komen.... en mijn huis weet te vinden. Er zal ook een overvloed aan maramya-thee zijn trouwens.

zondag 26 augustus 2007

Een vrije dag.

Er zijn gradaties in heet, maar de laatste dagen is het hier bloedheet! Minstens 35 graden in de schaduw. In Karama heeft dit gevolgen voor alle aktiviteiten: zelfs in mijn borduurklasje loopt het zweet ons over de rug. Ik heb gisteren de hele dag moed verzameld voor het optreden in Beit Sahour - in de avond. Wekenlang hebben we geoefend op de bierdans, die dankzij Kathy - een meisje uit Wales - geen Heinekendans geworden is. De avond kan gerust een groot succes genoemd worden: heel veel deelnemers die hun kunnen hebben laten zien en een dol-enthousiast publiek. Natuurlijk is er bewijs van:
http://www.mijnalbum.nl/Album=QDFEOTMT

Voor vandaag heb ik mezelf een vrije dag beloofd en die heb ik doorgebracht in Jeruzalem; toch wel het brandpunt van (bijna) alle religies ter wereld. Het blijkt de dag van de interessante ontmoetingen te zijn. En het gespreksonderwerp is vaak religies. Met uitzondering van het gesprek met Israelische soldaten, waarvan er enkelen in Nederland op vakantie geweest zijn en daar verschillende goocheltrucs geleerd hebben. Ik moet ze allemaal bekijken, ondergaan en bewonderen. Met taxichauffeur Ismaeel heb ik een interessant gesprek over de huwelijkse gewoonten hier, maar dan gezien vanuit het standpunt van de man. Om zijn vader een plezier te doen is hij getrouwd met de dochter van zijn vaders beste vriend. Ze hebben het nog nooit goed met elkaar kunnen vinden, al hebben ze vier kinderen samen. Als ik hem vraag of hem hetzelfde zou kunnen overkomen, als hij weer begin twintig zou zijn, zegt hij uit de grond van zijn hart NEE. Een dure les dus.

In Jerusalem is het vooral rondom de klaagmuur heel druk met groepen. Ik raak aan de praat met een groep christenen uit Nigeria - die op me afgestapt zijn omdat ik mijn Afrikaanse t-shirt aan heb en dit ze aan thuis doet denken. (Het shirt heeft een afbeelding van een Afrikaanse kapsalon: Salon of Good Times). Ze noemen me 'sister'.

Later in de souq van Jerusalem, tussen de Damascusgate en de Al Aqsa Moskee ontmoet ik een Bedouien - Sinai geheten - die een meester is in het maken van sierraden. (Op mijn vraag of zijn broertjes ook naar woestijnen genoemd zijn, blijkt alleen de Golan vernoemd te zijn...) We komen te spreken over religies en (natuurlijk) humanisme. Hij vraagt me tijdens het gesprek een sierraad te ontwerpen. Tussen ons in staan grote bakken met zilveren ornamenten; vele om de diverse gelovigen te plezieren. Ik zeg hem dat ik een sierraad met alle symbolen van religies wel aardig zou vinden. Dus een handje van Fatima (Islam), een kruisje (Christendom), een Davidsster (Jodendom). Hij raakt zo geinspireerd dat hij er nog een Bedouienenmuntje aan toevoegt en een Maltezerkruis. Voor de ankh is helaas geen ruimte meer. De ketting is echt prachtig en gaat ruimschoots boven mijn budget. Omdat hij er nog nooit aan gedacht heeft zoiets te maken, wil hij me in eerste instantie de ketting kado doen. Maar zoiets kostbaars (900 NIS) kan ik echt niet aannemen. Uiteindelijk accepteert hij mijn (laatste) briefje van 100 NIS.

zaterdag 25 augustus 2007

Het schaap smaakt zekki....

Maar het duurde even voor ik dat kon zeggen!
Musa woont met zijn gezin pal boven mij en terwijl er al tientallen kampgenoten naar boven lopen, probeer ik nog even van mijn relatieve rust te genieten. Dat is niet de bedoeling: ik moet onmiddellijk naar boven komen. Ik sjok gehoorzaam de trap op en word pontificaal in de hal op een krukje neergezet. Om me heen is het een gekkenhuis: er staan pannen met rijst van een afmeting die ik nog nooit gezien heb. Verder even grote pannen met het gekookte schaap er in. Alles wordt door een groep mensen - onder leiding van een zwager - op grote schalen geschept, stukken vlees er op gelegd en door een groep jongens aan de eters verstrekt. Die zitten in alle kamers en slaapkamers rondom de schalen te eten. Ik kijk een tijdje mijn ogen uit maar begin dan ook trek te krijgen. Er wordt me een aantal keren gevraagd of ik wil eten en ik antwoord: heel graag. Maar er komt geen eten. Ik zou ook niet weten tussen welk gezelschap ik mijn kont zou mogen/kunnen vleien. Na een half uur ben ik het zat en besluit om te vertrekken. Eten kun je tenslotte overal... Luay ziet me vertrekken en vraagt of ik gegeten heb: ik leg hem uit dat er blijkbaar wat misverstanden aan de hand zijn: ik krijg alsmaar geen eten. Dan legt hij me uit dat dit geen misverstand is: het is namelijk de bedoeling dat elke eter na het eten vertrekt en ze willen niet dat ik al vertrek.... (zeg dat dan....) Enfin, hij regelt eten voor me: binnen no time krijg ik een schaal rijst met amandelen en een stuk gebraden kip er boven op.... Kip? We zouden toch schaap eten? Om dit op te eten krijg ik een 'ereplaats': in de hal, naast de voordeur... In mijn beste Arabisch probeer ik aan Musa uit te leggen, dat waar bijna 100 mensen aan het eten zijn ik liever samen met mensen eet. Nee, geen sprake van: ik moet op de ereplaats eten. Nou, gezellig hoor! Ik werk me door een deel van de rijst en kip heen en ga vervolgens naar buiten om af te koelen en bij te komen. Daar vraagt Luay me hoe het schaap gesmaakt heeft. Ik leg hem uit dat er blijkbaar ook kip gegeten wordt en ik daarmee bedeeld ben. En dat terwijl ik me zo verheugd heb op het proeven van het schaap! Musa snelt naar de keuken om dit 'verzuim' goed te maken: hij komt terug met een homp schapenvlees in zijn vette vingers. Er zit niets anders op dan deze homp naar binnen te werken, al kijk ik de hele tijd uit naar een plek om in ieder geval een deel te dumpen. Er zijn te veel mensen om me heen om het vlees op een nette manier onzichtbaar te maken: ik eet de homp dus op. En, echt waar, het is helemaal niet vies...
Na het eten zijn er grote groepen familieleden en kampgenoten - die nog nooit van mijn gezelschap genoten hebben - die hun Engels op mij willen oefenen. Dat ik nog nauwelijks Arabisch spreek heeft hier mee te maken... Inmiddels weet wel iedereen dat ik graag liedjes zing en ook nog vier (populaire) Arabische liedjes in mijn repertoire heb. De middag eindigt dus met veel gezang over habibi en kleine, ondeugende jongetjes (sjater, sjater).

In de avond is er veel spanning rondom Moundir: kennen we die nog? De 'raadsman' uit de gevangenis van Ramallah - die dolgraag wil trouwen. Ik ben getuige geweest van een van zijn pogingen een Zweedse/Palestijnse te veroveren (ik ben er pas later achter gekomen dat ik fungeerde als een soort chaperonne) die binnen 30 minuten overhaast het pand verliet. Een collega van Moundir heeft met hem te doen en heeft gezegd een meisje te kennen (een vriendin van zijn vrouw) die wellicht een geschikte kandidaat is voor een huwelijk. Moundir vraagt een ontmoeting te regelen. Het meisje weigert: als hij belangstelling heeft moet hij maar op traditionele wijze zijn opwachting bij haar thuis maken (ze hebben elkaar nog nooit gezien!). Moundir besluit niet te gaan: hij wil weten wat voor vlees hij in de kuip heeft. De familie van het meisje gebruikt deze tijd (een periode van twee weken) om het gebruikelijke onderzoek in te stellen naar Moundir en zijn familie. Dat blijkt een positieve uitkomst te hebben. En gisteren is Moundir toch naar de familie van het meisje vertrokken om kennis te maken en (als ze niet al te zeer tegenvalt) de verloving aan te kondigen! De witte rook maakt ons allemaal blij. Als het in dit tempo doorgaat, ga ik de bruiloft voor mijn vertrek ook nog meemaken!

vrijdag 24 augustus 2007

Een kater!

Gisteren kwam mijn liefde voor kinderen in het algemeen erg onder druk te staan: en dat is netjes gezegd. Tegen een van deze getraumatiseerde kinderen heb ik zelfs gezegd: wat ben jij een rotkind zeg! Gelukkig verstond ze geen Nederlands en keek ik er nog een soort vriendelijk bij. Een heel arm gezin van 12 kinderen, had een groot deel van de kinderen naar Karama gestuurd om zich te vermaken. Daar ben ik voor hier natuurlijk... Helaas mengde het niet goed met de al aanwezige kinderen en is mijn Arabisch ontoereikend om mijn truuks om er een groep van te maken toe te passen. Dan maar een lesjes Engels geprobeerd: men steekt er altijd weer wat van op. Helaas, binnen 10 minuten slaande ruzie.
Misschien tijd voor een leuk spelletje? Ze vonden alle Nederlandse verjaardagspelletjes maar dom en vervelend en ze eindigden dan ook allemaal: in slaande ruzie!
Nieuw idee: we gaan gezamenlijk armbandjes borduren met de Palestijnse vlag er op (daar is geld mee te verdienen!). Het resultaat na 30 minuten: verknipt materiaal, zoekgemaakte naalden, geen armbandjes en: slaande ruzie.

Als je bedenkt dat ik ook in mijn vrije tijd omringd ben door nog meer (gillende en slaande) kinderen, begin ik een soort van begrip voor mijn eigen reactie te krijgen....

Gelukkig kon ik gisteravond 'ontsnappen' naar Beit Sahour voor de generale repetitie voor onze bierdans die we zaterdagavond gaan opvoeren. Na afloop ontstond er een spontaan feest omdat een Amerikaanse vrijwilligster van Sri Lankaanse afkomst haar verjaardag vierde. Beit Sahour is het enige dorp op de Westbank met een christelijke meerderheid; daarom zijn er ook tal van gezellige uitspanningen. En daar gingen we met een grote (internationale en Palestijnse) groep spontaan aan het bier. In Nederland ben ik te kwalificeren als een gezellige innemer: hier moest ik besluiten het na drie biertjes voor gezien te houden. Mijn lichaam is niet meer gewend aan het vergif dat alcohol heet. Het zal dan ook geen verrassing zijn dat ik vanmorgen wakker werd met een echte kater!