zaterdag 1 september 2007

Afscheid....

Inmiddels heb ik al weer 10 (!) minuten onafgebroken onder een klaterende douche gestaan - wat een weelde. En mijn katjes verkeren dankzij een uitstekende verzorging in goede conditie; ze doen of ik niet langer dan een dag ben weggeweest... Hoogste tijd om het weblog af te ronden.

Deheisha heeft een hele dag en avond genomen om afscheid van een vrijwilliger te nemen: het eerste afscheid was van 'mijn kinderen' in Karama. Bijna alle kinderen hielden een toespraak tegen me; alleen Mahmud - de oudste op dat moment - was te emotioneel... Daarna mocht ik de groep toespreken. Natuurlijk had ik een onwijze hoeveelheid lekkere dingen meegenomen naar het afscheid; ook bracht ik een grote hoeveelheid 'mortadella' mee om die over te dragen aan de nieuwe kattenverzorger (er was veel belangstelling voor dit baantje). In mijn toespraak noemde ik mijn domheid om zoete dingen te serveren, terwijl ik al die tijd heb lopen hameren op de voordelen van fruit eten en het belang van tanden poetsen. Ik heb ze verteld dat ik erg genoten heb van onze activiteiten en dat ik alle mensen in Nederland zou vertellen hoe goed en lief de mensen in Palestina zijn (bij deze!). Daarna bleken verschillende groepjes wat ingestudeerd te hebben en hadden ze een verzameling van mijn Arabische lievelingsmuziek bij elkaar gesprokkeld, waarna we nog lang gedanst en gezongen hebben met z'n allen.

Het afscheid van de familie hakte er ook in; en daar was ik gezien de hoeveelheid familieleden ook wel even mee bezig natuurlijk. Ze hadden heel veel kado's meegebracht; bij een aantal dacht ik: hoe krijg ik het in hemelsnaam thuis? Allerlei eetbare dingen in megaverpakkingen, om de smaak van Palestina levend te houden. Maar ook vazen, spaarpotten, muziek, een nachtjapon, chocola en diverse sierraden... Gelukkig kreeg ik ook een extra tas om de spullen in te vervoeren. Vooruit: de laatste plaatjes:
http://www.mijnalbum.nl/Album=QDFEOTMT

De terugreis verliep zeer voorspoedig, mede dankzij een aantal goede adviezen dat ik had gekregen om de strenge ondervraging door de Israelische veiligheidstroepen te doorstaan. Ik heb dus het volste vertrouwen in de mogelijkheid om terug te gaan (er zijn internationals die op een zwarte lijst gezet worden, vanwege hun activiteiten in de Palestijnse gebieden en daardoor Israel niet meer in kunnen...).

Terugkijkend op mijn verblijf in Deheisha vluchtelingenkamp gaan er veel gedachten door mijn hoofd. Herinneringen aan de hitte, de warmte en hartelijkheid van de mensen, de armoede en uitzichtloosheid, de 'pesterijen' van de bezetter. Maar ook de onderlinge hardhandigheid, de vroomheid, de huilende kinderen, de afhankelijkheid van hulp, het geschreeuw & lawaai en de vele niet-nagekomen beloften...

Ik heb mijn moeilijke momenten gehad (ik heb twee keer op het punt gestaan te vertrekken), maar ben heel blij dat ik tot het einde gebleven ben. Ik heb geleerd dat ik les kan geven en het heel goed met kinderen van alle leeftijden kan vinden. Ik heb genoten van alle politieke gesprekken en discussies en het vele heerlijke fruit. Ik ben vol bewondering over hoe mensen in deze omstandigheden het hoofd boven water weten te houden en alles aan de praat weten te houden. Ik heb fantastische mensen leren kennen die met veel wijsheid en liefdevol in het leven staan. Die gastvrijheid belijden, op alle mogelijke manieren. Die alles met je delen en je behandelen als hun eigen familie.

Mijn nieuwsgierigheid ging voor mijn vertrek uit naar hoe het leven in een vluchtelingenkamp zou zijn. Dat weet ik nu: het is verschrikkelijk! De slogan bij de oprichting van de staat Israel in 1948 was: 'een land zonder volk, voor een volk zonder land'. Het is een grote leugen: het volk dat tot 1948 woonde in dat 'land zonder volk' zit nu uitzichtloos opgesloten in kampen en kunnen alleen maar dromen over terugkeer naar hun oorspronkelijke dorpen. Dat doen ze met overgave, maar ook met een groot gevoel van moedeloosheid. De Palestijnen hebben het tragische gevoel dat zo'n beetje alle mogelijke oplossingen al eens geprobeerd zijn en hebben hun vertrouwen in de wereld en hun eigen leiders verloren. En daar kan ik me alles bij voorstellen....

Hoe het verder moet met Palestina weet ik niet en heb ik (helaas) niet in de hand. Het is mijn droom dat Israel bevolkt wordt door alle mensen die er nu wonen, op gelijkwaardige basis, met een democratische regering en waar er kansen voor iedereen zijn. Helaas dromen maar heel weinig mensen deze droom: in Israel regeert de angst en in Palestina de moedeloosheid.... En voorlopig houdt een hele grote muur deze situatie in stand!

Het werken aan een dagelijks weblog heeft meegeholpen aan het op de been blijven: het was gewoon leuk om van de diverse dagelijkse avonturen een leesbaar verhaal te maken. Veel is natuurlijk niet in het weblog terecht gekomen, maar kwam in mijn dagboek terecht of in een van de mails aan familieleden of vrienden.
Een weblog heeft natuurlijk wel lezers nodig: gelukkig waren die er.
Dank voor de reacties op mijn dagelijkse berichten; maar ook voor de vele mails met commentaar, aanmoediging en vragen. Het hielp mee om scherp te blijven.

donderdag 30 augustus 2007

Over (tegenwerkende) taxichauffeurs: de trip naar Nablus

Na twee maanden in de Westbank was ik - tot gisteren - altijd vol lof over het openbaar vervoer. Veel aanbod, snel, goedkoop en altijd onverwachtse ontmoetingen. Met taxi'service'chauffeurs die altijd hun best voor je doen. Vol goede zin vertrok ik gisteren even na 9 uur naar Bethlehem om naar Nablus te gaan. De taxi's verzamelen zich per richting en op 'mijn' plek aangekomen hoopte ik binnen 2 uur in Nablus te zijn, waar 'gids' en vriend van vriend Aleeh op me wacht. Eerste tegenvaller: ook hier geen belangstelling van wie dan ook om naar Nablus te reizen. De chauffeur gaat rijden als de taxi vol is; gedurende 3 kwartier ben ik de enige passagier. Dan stelt hij me voor om naar Jericho te rijden. Het is een omweg, maar ik mag voor dezelfde prijs mee. Van Jericho zal hij me vervolgens naar Nablus brengen. Niet dat ik iets in Jericho te zoeken heb, maar een onverwachts extra tripje is altijd leuk. Bovendien heb ik voldoende tijd.... denk ik. Na het veranderen van onze bestemming (nu 'Riha' = Jericho) stroomt de taxi vol en we vertrekken na twintig minuten. Voorspoedig bereiken we Jericho waar de chauffeur de passsagiers dumpt - op mij na natuurlijk - en vervolgens de ramen sluit, de airco aanzet en rondjes met me begint te rijden. Het duurt even voor ik dit door heb.... De rit begint met een huwelijksaanzoek (tot dat moment hebben we nauwelijks een woord gewisseld; voldoende reden om het eervolle aanzoek af te wijzen). Zijn volgende tactiek is mij een priverit naar Nablus aan te bieden; deze is 7 x zo duur als een 'service-rit', dus ik bedank voor de eer. Dan zet hij me af bij de verzamelde taxi's voor Nablus: hij heeft er geen zin meer in.

Daar is het van hetzelfde laken een pak: op een meisje met een dichtgeplakt oog na - is er niemand die naar Nablus wil. Het lange wachten begint, in een taxi waar de temperatuur oploopt tot 37 graden. Na 45 minuten begint mijn bloed zowel letterlijk als figuurlijk te koken: inmiddels staat mijn gids al enige tijd in Nablus op me te wachten - en ik zit in Jericho! Op zijn oud-Hollands ben ik assertief tegen een groepje rondhangende chauffeurs en waarrempel: er gaat er eentje rijden! In die taxi sukkel ik vanwege gebrek aan slaap in de afgelopen twee nachten langzaam van de wereld. Tot ik wakker geschreeuwd word en men Nablus tegen me roept. Ik stap wankelend van de slaap uit en sta in de middle of nowhere... (ik heb natuurlijk al wel betaald tot Nablus). Uiteindelijk weet ik weer een taxi aan te houden die me naar het busstation van Nablus wil brengen, waar Aleeh staat wortel te schieten. Helaas, ook deze meneer heeft er geen zin in en gooit me uit de taxi op de Feisalstraat - het is dan half 3 en ik ben in staat gelijk om te keren! Gelukkig komt Aleeh me redden, waarna onze tour begint.

Nablus is een prachtige stad, waar de militairen (van allerhande snit en nationaliteit) over elkaar heen struikelen. Daar tussendoor ook nog veel bewapende burgers. De stad is van oudsher beroemd om zijn kanaffa; de reden van mijn bezoek is dat ik graag in het bezit wil komen van het recept. Ik ben er dol op en heb zelfs een Palestijns kookboekje gekocht waar het recept in staat, maar bij lezing vielen me al drie fouten op. Vandaar dat ik de bereiding graag met eigen ogen wil zien. Iedereen in Deheisha heeft me verzekerd dat dit een kansloze missie is: het recept is geheim. Aleeh neemt me meteen mee naar de oudste kanaffa-bakker, waar ik in de bakkerij zo lang mag rondkijken als ik wil. Zie de plaatjes: http://www.mijnalbum.nl/Album=QDFEOTMT
Helaas: ik kan - met kookboek in de hand - de bereiding niet goed volgen (misschien toch geheim?) Natuurlijk proeven we ook uitgebreid van het gebak, gevuld met zachte geitenkaas, overgoten met gesuikerd rozenwater. Dan neemt Aleeh me mee naar het oude badhuis van Nablus waar we hartelijk ontvangen worden. Omdat het op dinsdag vrouwendag is en ik er op woensdag ben, heb ik niks meegenomen om van een bad te genieten. Ze doen er daar alles aan om me van gedachten te laten veranderen; ik beloof ze dat ik zeker een keer terugkom om te genieten van deze hamam. Tenslotte bezoeken we de (nieuwe) universiteit van Nablus: het is er prachtig! Mooie nieuwe gebouwen (allemaal geschonken) en veel enthousiaste studenten. Terug in het centrum eten we het beste broodje kebab van de Westbank bij een vriend van Aleeh en is het tijd voor mij om te vertrekken. Voor mijn familie en de kinderen van Karama sla ik nog even snel 4 kilo kanaffa in. Ik ben dan 2 uur in Nablus geweest....

Van de terugreis is vooral het checkpoint memorabel: hele lange rijen Palestijnen die proberen het checkpoint te passeren. Voor mij - zwaaiend met mijn Nederlandse paspoort - is er een aparte doorgang: ik hoef niet te wachten. Er is een cameraploeg aanwezig (weet niet waar vandaan) die deze genante vertoning op film vastlegt.

Het is mijn bedoeling om de nacht bij vrienden in Beit Sahour door te brengen. Maar met de taxi daarheen gaat het weer mis: mijn chauffeur stopt aan de verkeerde kant van Bethlehem en is niet te vermurwen om naar de plaats te gaan waar hij zou moeten gaan!

Enfin, uiteindelijk bereik ik mijn bestemming - maar het duurt een tijdje voor ik over alle tegenslagen van de dag heen ben. Hoe is het mogelijk dat het 2 maanden goed gaat en op deze dag alles verkeerd wat maar verkeerd kan gaan. Ik heb in totaal 8 uur gereisd voor een bezoekje van 2 uur aan Nablus. Maar ik weet zeker dat ik er nog eens terug ga!

Dit is mijn op een na laatste verslag van mijn verblijf in de Westbank. Vandaag ben ik nog bezig met losse eindjes afronden, afscheid nemen en pakken; morgen vertrek ik richting Nederland.... jippie! In mijn laatste verhaal de laatste belevenissen en een soort evaluerende terugblik.

dinsdag 28 augustus 2007

Opgravingen en een bijzonder weerzien.

Het was vandaag een geslaagde dag, beste lezer.
Met gids Sayid ben ik vanmorgen bijtijds richting Herodian vertrokken; onlangs had ik namelijk in de Volkskrant gelezen dat er enkele opzienbarende opgravingen gedaan waren. Ze bleken nog volop aan de gang te zijn, maar het was het bezoek zeker waard.
De reden dat ik mezelf de luxe van een gids heb gegund (ik doe het normaal allemaal graag zelf...) is dat de broer van Sayid taxichauffeur is op een 'service' - dat is een taxi waar iedereen in kan meerijden voor 2 shekels. Onlangs hield het Israelische leger zijn taxi aan, en liet de zes passagiers uitstappen. Een van die passagiers bleek 'gezocht' te worden. Voor straf zit de broer van Sayid nu 4 (!) maanden in de gevangenis! Alsof het al mogelijk zou zijn om in dit soort vervoermiddelen de antecedenten van de passagiers na te gaan.
Bij 'echte' taxi's werkt het overigens wel zo: in Jeruzalem sprak ik een taxichauffeur die nauwkeurig alle permissies controleert, omdat hij zowel zijn auto een jaar kwijt is en een paar maanden de gevangenis in verdwijnt als hij iemand vervoert die een verkeerde (qua kleur) of geen permissie heeft om in Jeruzalem te zijn...
Sayid heeft vandaag dus als kostwinner kunnen (of liever: moeten) fungeren. Hij heeft gewerkt en geld verdiend en ik kon helemaal ongestoord de toerist uithangen.
Wat heel opvallend was op de Herodian site, waren de diverse opschriften. In Mijn Album
http://www.mijnalbum.nl/Album=QDFEOTMT
heb ik ze even op een rijtje gezet. Er zijn twee plaquettes met teksten over de opstand van de Joden tegen de Romeinen. Er is ook een plaquette van de opstand van de Palestijnen tegen de Joden: alleen heet de Palestijn nu terrorist. Zou niemand van het ministerie van Opgravingen hier de ironie van inzien?

Terug in Bethlehem had ik een bijzondere ervaring. In mijn eerste weken hier ontmoette ik een jongen die halskettingen liep te verkopen. Ik meende, eerlijk gezegd, dat hij geestelijk gehandicapt was. Ik had een heel leuk gesprek met hem en hij gaf me een ketting kado. Ik zei hem toen nog niets te willen kopen, maar dat ik zou terugkomen vlak voor ik terug naar Nederland zou gaan. Terwijl ik een broodje falafel zit te eten, staat deze jongen (Hayo) ineens voor mijn neus. Ik zeg dat ik net aan hem zit te denken, omdat ik nu bijna naar huis ga en wel wat kadootjes wil scoren. We drinken samen thee en hij neemt me mee naar zijn 'magazijn' (zie Mijn Album). Daar ligt een ongelooflijke hoeveelheid lokale handenarbeid: de halve Westbank moet wel voor hem werken. Na het uitgebreide bezoek aan het magazijn (ik mocht er vrijuit in rondstruinen) neemt hij me mee naar zijn huis. Een prachtig huis, van meer dan 1000 jaar oud, met uitzicht op het plein voor de Geboortekerk. Daar drinken we weer thee en doen we (hele goede) zaken. Ik heb er een vriend in Bethlehem bij!

Thuisgekomen in Deheisha ga ik een hapje eten bij tante Menal en krijg daar te horen dat er vanavond feest is, in mijn huis. Broer Taher is namelijk terug uit Jordanie en mag zichzelf nu verloofd noemen (hij heeft er 2 jaar op moeten wachten; zijn familie gaf geen toestemming). Zijn aanstaande (nicht Aisha) is overigens niet meegekomen. Als ik even bij huisgenote Fatima langswip en haar vraag naar het feest, antwoordt ze in grote lijnen als volgt: over mijn lijk. Ze weet van niets.... Om een lang verhaal kort te maken: er is momenteel een heeel groot feest aan de gang - in ons huis. Er zijn tegen de 100 vrouwen en kleine kinderen verzameld die lawaai voor 300 maken; de mannen houden zich op straat onledig met het afsteken van grote hoeveelheden vuurwerk. Na een uur 'feesten' (en een blikje cola met een kwart van een zoet flapje) vlucht ik met pijnlijke trommelvliezen naar het Fast Net Center, waar ik inmiddels in de avonden bijna woon. Ik zit er een beetje raar bij - in mijn Palestijnse feestjurk, mijn thoub - maar daar kijkt niemand van op.

Morgen vertrek ik al bijtijds naar Nablus. Een tripje waarop niemand mij wil (durft te?) vergezellen. Ik heb een lokale gids geregeld die mij de stad gaat laten zien. Alle helden die niet meedurven hebben wel kilo's kanaffi - de lokale specialiteit - bij mij besteld, zodat ik zwaar beladen zal terugkeren, insjallah! Het zal een moeilijke reis worden (Nablus staat bekend om zijn 'tegenstand' tegen de bezetting), maar omdat ik alleen reis (en met mijn Nederlandse paspoort kan zwaaien) zou het voor mij gemakkelijker moeten zijn dan voor Palestijnse reisgenoten. We gaan het zien!

maandag 27 augustus 2007

Zondag a.s.: inloopborrel vanaf 15.00 uur!

Na alle horror-verhalen van internationals die proberen terug te keren naar Europa, houd ik mijn hart vast als ik Alitalia bel voor het bevestigen van mijn terugvlucht a.s. vrijdag. Maar ik heb (weer) geluk: als ik maar op tijd ben, zal er een plaatsje in het vliegtuig voor me zijn. Omdat het openbaar vervoer tussen Deheisha en Tel Aviv nogal omslachtig is en veel tegenslag kan hebben (mijn rit hierheen heeft meer dan 5 uur geduurd), heb ik besloten een taxi te gaan nemen. Ook nog moeilijk, want - uiteraard - mogen de meeste Palestijnse taxi's Israel niet in. Ik heb gelukkig iemand gevonden met een 'permissie', dat gaat dus wel lukken.

Vanuit de wijde omgeving begin ik allerlei afscheidskado's te ontvangen. Grote zakken met maramya - oftewel salie. Hier wordt de lievelingsthee van de Palestijnen van gemaakt en ik kijk alleen maar uit naar het moment er van verlost te zijn (ik heb al mijn hele leven een hekel aan de lucht van salie). Nu kom ik op Schiphol aan met een koffer die zodanig zal stinken, dat de douane me zeker zal verdenken van het smokkelen van verboden waar - waarbij de salie als afleidingsmanoeuvre dient.... Ook allerhande andere kruiden die goed zijn tegen alle soorten kwalen, ingedikt druivensap, specerijen om kip mee in te smeren en wat al niet.

Het lijkt onwerkelijk om hier straks niet meer te zijn. Maar dat zal wel logisch zijn na bijna twee maanden. Deze week ben ik nog druk met uitstapjes, al gaat het uitstapje naar Nablus even niet door vanwege spanningen daar. Er is een man door een sluipschutter doodgeschoten, omdat die dacht dat de man een mes in zijn handen had. Het was een broodje falafel.... Je zou denken: en wat dan nog, dan is het een mes... Die schutter zit hoog en droog in zijn toren, de man is op geen enkele manier een dreiging voor hem.

Twee dagen geleden (zaterdag) was het in Bethlehem trouwens ook spannend: ineens veegde de Palestijnse intelligence (er is geen leger, maar de politie bestaat uit 14 onderdelen, waaronder dus een heuse eenheid die zich met intelligence bezig houdt) Manger Square schoon (het plein voor de Geboortekerk). Het zag er allemaal heel stoer en angstaanjagend uit. Ze bleken te jagen op twee Hamas-leden en hielden voor dat doel alle passerende auto's aan. De Hamas-mannen werden overigens niet gevonden. De mannen van dit politieonderdeel zeiden trouwens de dag van hun leven te hebben; ze hebben heel weinig te doen. Dit was echt een verzetje....

Aanstaande zondag (2 september) hoop ik zodanig geacclimatiseerd te zijn (wat vooral zal bestaan uit het doodknuffelen van mijn 3 katten!) dat ik een inloopborrel geef voor iedereen die zin heeft langs te komen.... en mijn huis weet te vinden. Er zal ook een overvloed aan maramya-thee zijn trouwens.

zondag 26 augustus 2007

Een vrije dag.

Er zijn gradaties in heet, maar de laatste dagen is het hier bloedheet! Minstens 35 graden in de schaduw. In Karama heeft dit gevolgen voor alle aktiviteiten: zelfs in mijn borduurklasje loopt het zweet ons over de rug. Ik heb gisteren de hele dag moed verzameld voor het optreden in Beit Sahour - in de avond. Wekenlang hebben we geoefend op de bierdans, die dankzij Kathy - een meisje uit Wales - geen Heinekendans geworden is. De avond kan gerust een groot succes genoemd worden: heel veel deelnemers die hun kunnen hebben laten zien en een dol-enthousiast publiek. Natuurlijk is er bewijs van:
http://www.mijnalbum.nl/Album=QDFEOTMT

Voor vandaag heb ik mezelf een vrije dag beloofd en die heb ik doorgebracht in Jeruzalem; toch wel het brandpunt van (bijna) alle religies ter wereld. Het blijkt de dag van de interessante ontmoetingen te zijn. En het gespreksonderwerp is vaak religies. Met uitzondering van het gesprek met Israelische soldaten, waarvan er enkelen in Nederland op vakantie geweest zijn en daar verschillende goocheltrucs geleerd hebben. Ik moet ze allemaal bekijken, ondergaan en bewonderen. Met taxichauffeur Ismaeel heb ik een interessant gesprek over de huwelijkse gewoonten hier, maar dan gezien vanuit het standpunt van de man. Om zijn vader een plezier te doen is hij getrouwd met de dochter van zijn vaders beste vriend. Ze hebben het nog nooit goed met elkaar kunnen vinden, al hebben ze vier kinderen samen. Als ik hem vraag of hem hetzelfde zou kunnen overkomen, als hij weer begin twintig zou zijn, zegt hij uit de grond van zijn hart NEE. Een dure les dus.

In Jerusalem is het vooral rondom de klaagmuur heel druk met groepen. Ik raak aan de praat met een groep christenen uit Nigeria - die op me afgestapt zijn omdat ik mijn Afrikaanse t-shirt aan heb en dit ze aan thuis doet denken. (Het shirt heeft een afbeelding van een Afrikaanse kapsalon: Salon of Good Times). Ze noemen me 'sister'.

Later in de souq van Jerusalem, tussen de Damascusgate en de Al Aqsa Moskee ontmoet ik een Bedouien - Sinai geheten - die een meester is in het maken van sierraden. (Op mijn vraag of zijn broertjes ook naar woestijnen genoemd zijn, blijkt alleen de Golan vernoemd te zijn...) We komen te spreken over religies en (natuurlijk) humanisme. Hij vraagt me tijdens het gesprek een sierraad te ontwerpen. Tussen ons in staan grote bakken met zilveren ornamenten; vele om de diverse gelovigen te plezieren. Ik zeg hem dat ik een sierraad met alle symbolen van religies wel aardig zou vinden. Dus een handje van Fatima (Islam), een kruisje (Christendom), een Davidsster (Jodendom). Hij raakt zo geinspireerd dat hij er nog een Bedouienenmuntje aan toevoegt en een Maltezerkruis. Voor de ankh is helaas geen ruimte meer. De ketting is echt prachtig en gaat ruimschoots boven mijn budget. Omdat hij er nog nooit aan gedacht heeft zoiets te maken, wil hij me in eerste instantie de ketting kado doen. Maar zoiets kostbaars (900 NIS) kan ik echt niet aannemen. Uiteindelijk accepteert hij mijn (laatste) briefje van 100 NIS.

zaterdag 25 augustus 2007

Het schaap smaakt zekki....

Maar het duurde even voor ik dat kon zeggen!
Musa woont met zijn gezin pal boven mij en terwijl er al tientallen kampgenoten naar boven lopen, probeer ik nog even van mijn relatieve rust te genieten. Dat is niet de bedoeling: ik moet onmiddellijk naar boven komen. Ik sjok gehoorzaam de trap op en word pontificaal in de hal op een krukje neergezet. Om me heen is het een gekkenhuis: er staan pannen met rijst van een afmeting die ik nog nooit gezien heb. Verder even grote pannen met het gekookte schaap er in. Alles wordt door een groep mensen - onder leiding van een zwager - op grote schalen geschept, stukken vlees er op gelegd en door een groep jongens aan de eters verstrekt. Die zitten in alle kamers en slaapkamers rondom de schalen te eten. Ik kijk een tijdje mijn ogen uit maar begin dan ook trek te krijgen. Er wordt me een aantal keren gevraagd of ik wil eten en ik antwoord: heel graag. Maar er komt geen eten. Ik zou ook niet weten tussen welk gezelschap ik mijn kont zou mogen/kunnen vleien. Na een half uur ben ik het zat en besluit om te vertrekken. Eten kun je tenslotte overal... Luay ziet me vertrekken en vraagt of ik gegeten heb: ik leg hem uit dat er blijkbaar wat misverstanden aan de hand zijn: ik krijg alsmaar geen eten. Dan legt hij me uit dat dit geen misverstand is: het is namelijk de bedoeling dat elke eter na het eten vertrekt en ze willen niet dat ik al vertrek.... (zeg dat dan....) Enfin, hij regelt eten voor me: binnen no time krijg ik een schaal rijst met amandelen en een stuk gebraden kip er boven op.... Kip? We zouden toch schaap eten? Om dit op te eten krijg ik een 'ereplaats': in de hal, naast de voordeur... In mijn beste Arabisch probeer ik aan Musa uit te leggen, dat waar bijna 100 mensen aan het eten zijn ik liever samen met mensen eet. Nee, geen sprake van: ik moet op de ereplaats eten. Nou, gezellig hoor! Ik werk me door een deel van de rijst en kip heen en ga vervolgens naar buiten om af te koelen en bij te komen. Daar vraagt Luay me hoe het schaap gesmaakt heeft. Ik leg hem uit dat er blijkbaar ook kip gegeten wordt en ik daarmee bedeeld ben. En dat terwijl ik me zo verheugd heb op het proeven van het schaap! Musa snelt naar de keuken om dit 'verzuim' goed te maken: hij komt terug met een homp schapenvlees in zijn vette vingers. Er zit niets anders op dan deze homp naar binnen te werken, al kijk ik de hele tijd uit naar een plek om in ieder geval een deel te dumpen. Er zijn te veel mensen om me heen om het vlees op een nette manier onzichtbaar te maken: ik eet de homp dus op. En, echt waar, het is helemaal niet vies...
Na het eten zijn er grote groepen familieleden en kampgenoten - die nog nooit van mijn gezelschap genoten hebben - die hun Engels op mij willen oefenen. Dat ik nog nauwelijks Arabisch spreek heeft hier mee te maken... Inmiddels weet wel iedereen dat ik graag liedjes zing en ook nog vier (populaire) Arabische liedjes in mijn repertoire heb. De middag eindigt dus met veel gezang over habibi en kleine, ondeugende jongetjes (sjater, sjater).

In de avond is er veel spanning rondom Moundir: kennen we die nog? De 'raadsman' uit de gevangenis van Ramallah - die dolgraag wil trouwen. Ik ben getuige geweest van een van zijn pogingen een Zweedse/Palestijnse te veroveren (ik ben er pas later achter gekomen dat ik fungeerde als een soort chaperonne) die binnen 30 minuten overhaast het pand verliet. Een collega van Moundir heeft met hem te doen en heeft gezegd een meisje te kennen (een vriendin van zijn vrouw) die wellicht een geschikte kandidaat is voor een huwelijk. Moundir vraagt een ontmoeting te regelen. Het meisje weigert: als hij belangstelling heeft moet hij maar op traditionele wijze zijn opwachting bij haar thuis maken (ze hebben elkaar nog nooit gezien!). Moundir besluit niet te gaan: hij wil weten wat voor vlees hij in de kuip heeft. De familie van het meisje gebruikt deze tijd (een periode van twee weken) om het gebruikelijke onderzoek in te stellen naar Moundir en zijn familie. Dat blijkt een positieve uitkomst te hebben. En gisteren is Moundir toch naar de familie van het meisje vertrokken om kennis te maken en (als ze niet al te zeer tegenvalt) de verloving aan te kondigen! De witte rook maakt ons allemaal blij. Als het in dit tempo doorgaat, ga ik de bruiloft voor mijn vertrek ook nog meemaken!

vrijdag 24 augustus 2007

Een kater!

Gisteren kwam mijn liefde voor kinderen in het algemeen erg onder druk te staan: en dat is netjes gezegd. Tegen een van deze getraumatiseerde kinderen heb ik zelfs gezegd: wat ben jij een rotkind zeg! Gelukkig verstond ze geen Nederlands en keek ik er nog een soort vriendelijk bij. Een heel arm gezin van 12 kinderen, had een groot deel van de kinderen naar Karama gestuurd om zich te vermaken. Daar ben ik voor hier natuurlijk... Helaas mengde het niet goed met de al aanwezige kinderen en is mijn Arabisch ontoereikend om mijn truuks om er een groep van te maken toe te passen. Dan maar een lesjes Engels geprobeerd: men steekt er altijd weer wat van op. Helaas, binnen 10 minuten slaande ruzie.
Misschien tijd voor een leuk spelletje? Ze vonden alle Nederlandse verjaardagspelletjes maar dom en vervelend en ze eindigden dan ook allemaal: in slaande ruzie!
Nieuw idee: we gaan gezamenlijk armbandjes borduren met de Palestijnse vlag er op (daar is geld mee te verdienen!). Het resultaat na 30 minuten: verknipt materiaal, zoekgemaakte naalden, geen armbandjes en: slaande ruzie.

Als je bedenkt dat ik ook in mijn vrije tijd omringd ben door nog meer (gillende en slaande) kinderen, begin ik een soort van begrip voor mijn eigen reactie te krijgen....

Gelukkig kon ik gisteravond 'ontsnappen' naar Beit Sahour voor de generale repetitie voor onze bierdans die we zaterdagavond gaan opvoeren. Na afloop ontstond er een spontaan feest omdat een Amerikaanse vrijwilligster van Sri Lankaanse afkomst haar verjaardag vierde. Beit Sahour is het enige dorp op de Westbank met een christelijke meerderheid; daarom zijn er ook tal van gezellige uitspanningen. En daar gingen we met een grote (internationale en Palestijnse) groep spontaan aan het bier. In Nederland ben ik te kwalificeren als een gezellige innemer: hier moest ik besluiten het na drie biertjes voor gezien te houden. Mijn lichaam is niet meer gewend aan het vergif dat alcohol heet. Het zal dan ook geen verrassing zijn dat ik vanmorgen wakker werd met een echte kater!

donderdag 23 augustus 2007

"Palestina, een bloedende wond in het geweten van de wereld"

De laptop-reparateur komt gisteren binnen met de laptop en vertelt ons dat er problemen zijn met de batterij.... Ja, dat was ook de reden dat de beste man het ding moest meenemen! Hij beloofde wel dat de laptop weer enige tijd zou werken. Hij heeft niets te veel gezegd: de laptop deed het zeker 10 minuten. Terwijl mijn foto's nog staan te laden geeft het ding weer de geest. Vandaar dat ik mijn heil - qua foto's - ergens anders gezocht heb, en onderstaand een bijgewerkt album kan laten zien: (sommige foto's zijn wellicht minder geschikt voor jeugdige kijkers....)
http://www.mijnalbum.nl/Album=QDFEOTMT

In Deheisha was het gisteren weer groot feest: nu was er een meisje van 21 - na ruim 3 jaar gevangenschap in een Israelische gevangenis - vrijgelaten. Ze werd groots ingehaald en het feest ging nog tot laat door. Mondjesmaat bereikt mij nieuws uit Gaza, waar de olietoevoer is afgesneden en dagelijks mensen gedood worden. Als leek en buitenstaander kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat er hier is heel raars aan de hand is: de Palestijnse autoriteit op de Westbank lijkt het helemaal eens te zijn met 'the quartet' dat de mensen in Gaza een andere behandeling verdienen. Misschien omdat Hamas daar als grote winnaar uit de bus is gekomen?

Verder was het gisteren de dag van de hulpvragen, leek het wel. De hele dag en een deel van de avond ben ik druk geweest met het luisteren naar persoonlijk leed en het beantwoorden van vragen om hulp. Dit is een pijnlijke bezigheid, die in de loop van de dag alleen nog maar aan zwaarte wint. Wat kan ik doen? Afgezien van hier en daar een biljet van 50 NIS (zo'n 10 euro) geven om eten te kunnen kopen voor de kinderen... Of helpen bij het zoeken naar organisaties op internet die eventueel hulp zouden kunnen bieden... Het is om moedeloos van te worden.

Vanmorgen begon de dag voor mij helemaal verkeerd: ik werd geroepen om getuige te zijn bij de voedseldistributie door de VN. Er werd me gevraagd om geen foto's te maken, als ik dat al gekund had. De armsten uit het kamp kregen een paar kilo witte rijst en flessen zonnebloemolie (met EU-sticker) uitgereikt. De mensen schamen zich dat ze deze hulp nodig hebben. En ik schaam me nog veel dieper - namens de rest van de wereld - dat dit nodig is. Mensen die gezond van lijf en leden zijn, intelligent en heel graag willen werken en voor hun gezin zorgen. Veroordeeld tot het aannemen van hulp, door dezelfde organisatie die de eigen resoluties niet serieus neemt en meedoet (met 'the quartet') met het lezen van de les aan de Palestijnen!

Toen ik hierheen vertrok nam ik me voor vooral een getuige te willen zijn van het leven van deze mensen. Lanzamerhand valt dat me steeds moeilijker. Wie de levensomstandigheden van deze mensen deelt en meevoelt met de onmacht, de oneerlijkheid en de vernederingen, is niet langer bezig met observeren. En dat terwijl ik geen honger lijd en nergens problemen mee ondervind. Ik weet dat 'waarom'-vragen meestal geen zinvol antwoord opleveren, maar ik vraag me zeker dertig keer per dag af: waarom? Waarom is het nodig dat kinderen getraumatiseerd zijn? Waarom zijn intelligente mensen afhankelijk van voedselhulp? Waarom mag een land ongestraft bezet zijn? Waarom worden democratische verkiezingen niet gerespecteerd? Waarom mogen mensen jarenlang in 'administratieve detentie' zitten? (En dan heb ik het nu niet over Guantanamo Bay, maar over Palestijnen in Israelische gevangenissen...) Enzovoort.

De titel van de weblogaflevering van vandaag heb ik geleend van de schrijver Rifat Odeh Kassis, die uit deze omgeving komt. Zijn boek met deze titel bevat niet alleen bovenstaande waarom-vragen en nog veel meer, maar ook een analyse van wat er aan de hand is. En dan gaat hij nog maar terug tot WWI - toen de Britten het mandaat over Palestina kregen. Het is geen optimistisch boek, maar eerder een waar je bloed langzaam van gaat koken. Maar dat deed het toch al sinds het uitlezen van het boek van Michael Moore over het misbruiken van militairen voor eigen gewin, in plaats van het verdedigen van de grondwet en het eigen land....

woensdag 22 augustus 2007

Mozes slacht schapen.

Eerder in dit weblog vertelde ik al over mijn vijf ooms: Brahim, Musa, Isa, Muhammed en Yusif. Vandaag moet ik de schijnwerper op Musa (Mozes) zetten. Musa heeft namelijk alle reden om Allah te bedanken: zijn zoon Mustafa is aan de universiteit toegelaten en Musa zelf heeft een succesvolle operatie ondergaan. Om zijn dankbaarheid tot uiting te brengen heeft Musa gisteren twee schapen gekocht die voor mijn voordeur (ik zou graag zeggen ' vakkundig', maar dat is niet waar) de nek zijn omgedraaid. De komende dagen zijn de vrouwen van de familie druk met het veranderen van de schapen in een nationale schotel die 'mensef' genoemd wordt. Dit zijn hele grote ronde platte schalen, gevuld met rijst en daar bovenop ligt het (meestal gekookte) vlees. De schalen zijn vaak zo groot dat er gemakkelijk 20 mensen tegelijk van kunnen eten. We zitten er dan gezellig met z'n allen om heen, ieder met zijn lepel in de aanslag en bikken maar. Echt lekker wordt het als er een saus bij staat van azijn met melk, schaaltjes yoghurt om over de rijst te scheppen en schaaltjes met tomaat/komkommer. Twee schapen zijn genoeg om heel veel mensen te eten te geven, en dat is ook de bedoeling: het ' hele' kamp is welkom aanstaande vrijdag.

Omdat de laptop - waar de verwerking van mijn foto- en filmmateriaal op plaatsvindt - nog terminaal staat te wezen bij meneer de reparateur, zal ik een beschrijving van de slacht van de schapen geven. Ik was vol belangstelling, ook gezien de discussies in Nederland over de verschillen tussen ritueel (halal) slachten en het slachten van dieren op de Nederlandse manier. Op de tv zag ik een tijdje geleden een documentaire over het verschil, waarbij ik nogal onder de indruk was van het ritueel slachten. De slager fluistert de dieren wat rituele woorden uit de Koran in het oor, het mes wordt uit het zicht van het dier gehouden dat zich vervolgens heel rustig in een haal de keel laat doorsnijden. Heel waardig allemaal.

De Palestijnse slachtmethode doet hieraan slechts in de verste verte denken. Het schaap krijgt uitgebreid te zien hoe de jongeman die het slagerswerk doet (een slager inhuren is duur) het scherpste mes probeert te kiezen. (In Everdingen is een gezegde over de scherpte van messen: je kunt er mee op je kont naar Keulen.... Nou, uit dat soort messen moet de slager een keuze maken.) Het schaap denkt onmiddellijk: foute boel en wordt flink wild. Het kost 3 man moeite het beest plat op de grond te houden. Uiteindelijk trekt de 'slager' de kop flink naar achteren en begint met het 'doorzagen' van de strot van het schaap. Dit neemt nogal wat tijd in beslag. Het bloeden begint wel meteen - in flinke stromen nog wel - maar het schaap blijft tegenspartelen. Het duurt zeker 5 minuten voor het schaap officieel dood is; dus als zijn kop van zijn romp gescheiden is. Ondertussen is er natuurlijk een flink publiek: vooraan staan de kindjes van rond de anderhalf jaar. Schaap 1 wordt aan de achterpoten opgehangen, van zijn jas ontdaan en in stukken gesneden. Dan ondergaat schaap 2 hetzelfde ritueel. Inmiddels ziet ons straatje er uit als een abattoir natuurlijk. De vrouwen zijn tot laat in de avond bezig al het bloed op te ruimen.

Heel voorzichtig vraag ik aan een aantal mensen of het slachten halal gebeurd is. Dit is hier een retorische vraag: natuurlijk is dit halal gebeurd! De slachter heeft vast de rituele woorden in gedachten gehad, ze in het oor fluisteren van het schaap is niet verplicht. Verder kon het mes niet uit het zicht van het schaap gehouden worden, omdat er geen goede messen zijn en de keuze daarom moeilijk is. Dat is ook de reden dat het doorzagen van de strot enige tijd in beslag heeft genomen. Later in de avond heb ik een tijdje Baher op mijn schoot - 19 maanden - die het alsmaar over 'bloed' blijft hebben. Ja, het zag er gruwelijk uit.

Ik hoef alleen nog maar te beslissen of ik vrijdag ga mee-eten van de mensef: het vlees is dan 4 dagen oud en mijn darmen werken inmiddels weer zo goed! Ach, misschien lukt het me wel er voorzichtig omheen te scheppen en alleen rijst en groente naar binnen te werken.

dinsdag 21 augustus 2007

Joepie: een nieuwe baan!

Jawel, in dit land zo geplaagd door werkloosheid en uitzichtloosheid krijg ik zomaar een baan in de schoot geworpen; en wat voor een... In het kantoor van Karama staat een antieke fax, die het al jaren niet meer doet. Toch schijnt het vanmorgen heel belangrijk te zijn dat het apparaat wel werkt: een mij vreemde meneer zit in het kantoor te wachten op een inkomende fax. Ik sla het van een afstandje gade: er proberen zo'n 4 Palestijnen tegelijk het ding aan de praat te krijgen. Ten einde raad vraagt een van hun of ik het ding aan de praat zou kunnen krijgen. Onder het motto ' how to bluff your way...' zeg ik wel even te willen kijken. Maar ik wil natuurlijk wel weten wat er tegenover staat. Ah, zulke bluf vinden ze prachtig. Vandaar dat me dan de post van minister van Informatie in de Palestijnse regering in het vooruitzicht gesteld wordt; uiteraard in het vertrouwen dat wat die 4 man niet lukt - mij helemaal niet gaat lukken...

Het is voor het eerst van mijn leven dat ik een fax van de binnenkant zie... en begin maar met het checken van het papier. Dat blijkt als een harmonica vastgekleefd te zitten. Om het allemaal wat serieus te doen overkomen (het mag geen fluitje van een cent lijken natuurlijk) schuif ik wat met hendeltjes en neem wat onderdelen uit het apparaat, in de hoop dat ik ze straks weer weet terug te zetten op de juiste plaats. Ik snijd het papier af op een vers begin en volg de simpele (Engelse) aanwijzing in de machine voor het plaatsen van papier. Met nog wat hocus pocus breng ik de fax in de oude staat terug en sluit hem met een ferme klik. En waarempel: 't werkt! Volgens mij zijn ze nu aan het bellen met president Abbas, over mijn kandidatuur....

Gisteren - na een week geen dansles in Beit Sahour - eindelijk weer een dansles onder de bezielende leiding van Kristel. Mijn hemel, wat kan die dansen! Het is de bedoeling dat we a.s. zaterdag een voorstelling geven van een Afrikaanse bierdans op het open podium in Beit Sahour. Maar als het zo door gaat wordt het een Heinekendans, door Kristel en mij... Na afloop doen we een biertje in de Citadel, een prachtig cafe in de buurt van het Alternative Information Centre. Daar realiseer ik me hoe levens kunnen verschillen, zelfs als je maar een paar kilometer verderop woont. Het leven in Deheisha lijkt in niets op het leven in Beit Sahour, waar nogal wat internationals er tamelijk vrolijk op los leven... Er is een tamelijk grote groep internationals daar die elkaar allemaal gevonden hebben in hun liefde en steun voor de Palestijnen. Een volk dat het wereldwijd moet doen zonder ' vrienden', dankzij President George 'trying to be like his dad' Bush. Wie met Palestijnen over politiek praat - een geliefd gespreksonderwerp - is regelmatig bezig zijn regering te verontschuldigen. Voor Palestijnen geen probleem: ze snappen alles over de 'Bush-babies' gelukkig.

Het wordt serieuzer als het onderwerp terrorisme aan de orde komt: wie denkt er bij het woord Palestijn niet direct aan het synoniem terrorist? Dat is vooral te danken aan de Israelische propaganda die wereldwijd beoefend wordt. Maar wie de definitie van terrorisme goed tot zich laat doordringen (the systematic use of violence to create a general climate of fear in a population and thereby to bring about a particular and political objective) snapt meteen dat die eerder slaat op de activiteiten van de Bush-regering en in dat voetspoor van alle regeringen die het denken aan hem overlaten... Ja, ik ben even heel erg geinspireerd door Will they ever trust us again (letters from the war zone) van Michael Moore... Het enige waar in mijn ogen de Palestijnen van beschuldigd kunnen worden is het vechten tegen een bezetter, die nauwelijks te verslaan lijkt - weer dankzij grote broer USA. In Nederland hebben we heel wat straten vernoemd naar onze verzetshelden, zoals Gerrit van der Veen en Hannie Schaft! Is er buiten de Duitsers (onze bezetter) ooit iemand op het idee gekomen om deze helden terrorist te noemen?

Tot slot praat ik nog even met een jonge Palestijn die van interessante afkomst is: zijn moeder is een Libanese christen, zijn vader een Palestijnse moslim. Als kind bracht hem dat flink wat moeilijkheden, hij hoorde immers nergens bij. Het heeft er wel voor gezorgd dat er nu een flinke, zelfverzekerde jongeman staat, die zijn talen spreekt en zich thuisvoelt in alle culturen.

Als ik moegedanst thuis kom kan ik nog lang niet naar bed; pas als de kleine kindjes in hun verse pyama gehesen zijn (die in mijn slaapkamer in een kast liggen) kan ik gaan slapen. Dat is meestal na 1 uur 's nachts. Vandaar dat ik inmiddels het ritme van de Palestijnen leef: wakker worden rond half 10 in de ochtend; maar ik ben hier nog te kort om daarin te berusten en voel me dan ook oud-Hollands schuldig over dat lange uitslapen...

maandag 20 augustus 2007

Deheisha, de dokter en het wonder.

Gisteren, na het wakker worden, ben ik zieker dan ooit. Mijn ingewanden legen zich in golven en dan ook nog met geweld. Toch tijd om een dokter te bezoeken, besluit ik. (De vaste overtuiging dat elk lichaam zichzelf geneest, moet ik even laten voor wat die is.) Gedurende de dag bezoek ik een paar keer het medisch centrum van de Verenigde Naties, tot het om 3 uur in de middag open blijkt te zijn. Er iss nog wel geen dokter, maar ik mag in ieder geval wachten daar.

Na een paar minuten loopt er een grimmig uitziende mevrouw (verpleegster?) op me af en gebaart me met commandeergeluiden en veel vingergeklik dat ik haar moet volgen en vervolgens op een bed moet gaan liggen. Mijn grapje dat ik kom voor het uitspuiten van mijn oren, valt geheel in het water... Liggen en geen gezeur. Ze opent met geweld mijn mond en stopt er een thermometer in, die smaakt naar.... ik hoop ontstemmingsmiddel, maar in ieder geval heeel vies. Met een high tec-instrument, een kado van Japan, neemt ze mijn bloeddruk op. Heel goed: 117-75. En dan komt de dokter. Een beschaafde, jonge en knappe dokter die mij uiteraard niet mag aanraken, maar wel een gesprek over mijn klachten weet te voeren. Er is een onderzoek van mijn ' stool' nodig, maar dat kan niet meteen, want het laboratorium is niet bezet. Afhankelijk van het soort bacterie, virus of amoebe kan er pas een behandeling volgen. Geen probleem; ik heb de klachten toch al 10 dagen... Om me wat beter te laten voelen heeft hij wel een voorstel: een injectie - als ik geen bezwaar heb. Die moet ik krijgen in mijn bil en zal me laten overleven tot de volgende dag. Ik vind alles best - als het maar verbetering oplevert. En zo'n leuke dokter mag mij best in mijn bil prikken... Helaas, het loopt anders - en dat had ik natuurlijk kunnen weten. Zuster Secretia gaat deze handeling uitvoeren en ze lacht er heel gemeen bij. Ze weet ook feilloos de pijnlijkste plek te vinden om de injectie met geweld toe te dienen.

Toch ben ik binnen een kwartier een ander mens: mijn krampen zijn over en tot op heden heb ik geen waterval meer hoeven produceren. Ik bewaar het potje voor mijn ' stool' dan ook maar tot de klachten weer terugkomen. En anders vraag ik gewoon weer zo'n heerlijke injectie.... desnoods weer te geven door de sado-maso zuster.

Als ik na afloop door mijn straatje loop val ik met mijn neus in de boter: ik maak de aankomst van mijn buurjongen mee die na ruim 8 jaar in een Israelische gevangenis zojuist is vrijgelaten. Er zitten overigens nog 2 broers vast. Het is groot feest op straat en de hele buurt host met de jongeman rond. Zijn familie heeft lichtjes opgehangen, muziekboxen geinstalleerd en tegen de honderd stoelen in het straatje opgesteld. Om mijn huis binnen te komen moet ik over van alles heenklimmen. Ik feliciteer de jongeman (mabroek!) en krijg koffie met baklava.

Aan het einde van de middag breng ik een flits-bezoek aan Bethlehem; altijd heerlijk om even een frisse neus te halen en een paar 'vrienden' gedag te zeggen. Ik ontmoet een jongeman van 23 die - geinspireerd door zijn 25-jarige vriend uit Ramallah die getrouwd is met een Canadese van 50 - heeft besloten dat dit recept ook voor hem zal werken. Bij gebrek aan andere westerlingen valt zijn oog op mij... Aan het einde van ons aangename gesprek is hij er van overtuigd dat ik de verkeerde keuze zou zijn.

Bij de terugkeer in Deheisha tref ik een droevig feest aan: de broers van de vrijgelaten gevangene zijn hun tientallen stoelen (niet gebruikt) aan het opruimen. Omdat ik minstens een driedaags feest verwachtte, vraag ik aan mijn familieleden waarom het feestje zo on-Palestijns klein is gebleven. De antwoorden varieren van: ze hebben geen vrienden tot er is een geestelijke ziekte in deze familie tot Deheisha viert zoveel feesten van vrijgelaten gevangenen dat het al te gewoon begint te worden.

Vanwege mijn ingestorte laptop nu even geen foto's (al blijft Mijn Album te bezoeken) of filmpjes; maar ik houd het vaste vertrouwen in de Palestijnse vaardigheden om ALLES altijd weer aan de praat te krijgen...

zondag 19 augustus 2007

Khududya... oftewel: privacy.

Van Groenland wordt altijd verteld dat ze er meer dan veertig uitdrukkingen hebben voor sneeuw... Daar kunnen we ons iets bij voorstellen, toch? Maar hoe komt het dan dat Palestijnen een woord hebben voor privacy - khududya - terwijl ze werkelijk geen idee hebben wat privacy is? Het staat vast dat hier heel veel mensen in heel weinig ruimte leven; alle gezinnen en families leven dus helemaal door elkaar heen. Maar zo'n leefsituatie zou ook kunnen leiden tot het beschermen van een heel klein beetje privacy - het tegendeel is waar. Ik zal proberen wat situaties te beschrijven.
Gisteren is mijn Bedouien-oom Ahmad uit Israel weer op bezoek om zijn echtelijke plichten te vervullen en hij en tante Fatima bevinden zich in de slaapkamer. Ik doe er alles aan ze niet te storen... Oom Yousif denkt daar heel anders over; hij stapt het huis binnen (er zit nooit een deur op slot) en stapt frank en vrij de slaapkamer in. Ik zit te wachten op protest of excuusgeluiden: nee hoor, dit is heel gewoon...
In elke situatie wordt alles besproken door iedereen die aanwezig is, of op dat moment binnen stapt. De leeftijd doet er niet toe: naar kinderen van 6 jaar wordt even serieus geluisterd als naar de anderen. (De Nederlandse regel: je vader en moeder zijn nu even aan het praten - is volstrekt belachelijk hier...) Een nadeel hiervan is dat elk gesprek - hoe dan ook - altijd tig keer wordt onderbroken door iedereen die binnenwandelt. Voor ons - buitenstaanders - een oefening in geduld en concentratie; voor de Palestijnen volstrekt normaal om 6 gesprekken tegelijk te voeren. Dat het niveau van de communicatie hieronder lijdt en ook de concentratie in het geding is, lijkt niemand te deren.
De inhoud van keukenkasten, kledingkasten, koelkasten en vriezers is collectief bezit. Wie er ook mijn huis binnenwandelt: de inhoud van de diverse opbergplaatsen wordt even gecheckt en waar ' nodig' van commentaar voorzien. (En nee: er wordt nooit iets gestolen!)
De keren dat er met een vervelend jongetje in Karama een ' slecht nieuws' gesprek gevoerd moet worden, blijkt het heel gewoon te zijn dat daar een publiek van andere kinderen bij is. Op mijn aangeven dat zo'n soort gesprek wellicht onder ' 4 ogen' zou moeten plaatsvinden, werd instemmend geknikt: ja, zo doen ze dat in Europa. Maar hier is de publieke vernedering een onderdeel van de straf...
Als het vorenstaande negatief klinkt, is dat absoluut niet de bedoeling. Voor een ' gast' zoals ik is deze situatie juist uiterst comfortabel! Ik ben nooit ergens te veel, ik mag (of moet soms zelfs) over alles meepraten en het geeft me het gevoel er helemaal bij te horen. Het is alleen zooo anders dan wij gewend zijn. Overigens: de toiletdeuren zitten (meestal) wel dicht hoor...

Gisteren was ik te gast bij een feestelijke bijeenkomst in het ' dorpshuis' van Deheisha. Daar waren de voormalige bewoners van het dorp Zakaria in Israel (gevlucht in 1948 naar dit kamp) verzameld om de jongeren (88!) die nu naar de universiteit gaan te eren. Zo is Deheisha dus in groepen verdeeld, gevormd naar het dorp van waar men afkomstig is. Zakaria levert ruim 6000 van de huidige bewoners en is daarmee de grootste groep in het kamp. Uiteraard heeft nog maar 5% van die 6000 persoonlijke herinneringen aan het oude dorp. Maar des te meer energie wordt er gestoken in het levend houden van de herinnering en de belofte om ooit terug te keren. Er kwamen grote flessen cola op tafel, er werd baklava rondgedeeld, een paar jongens dansten een rondje depka op het toneel en er waren eindeloze toespraken. Toen ik informeerde waarom niemand naar de toespraken luisterde, werd me uitgelegd dat het hier een geflipte onderwijzer betreft en niemand weet waar hij het over heeft. Inderdaad: ik begreep er ook al geen woord van, maar dacht dat het aan mij lag...
Het hoogtepunt van de bijeenkomst was een diavertoning - met muziek - van dezelfde bijeenkomst vorig jaar, waar de bewoners aan het kijken zijn naar een diavertoning van het jaar daarvoor enzovoort.... De zaal was toen voor het eerst echt stil. Aan het slot werden de studenten in spe naar het toneel geroepen voor een ovatie, een handje van die en genen en het overhandigen van een tas met kado's (verzameld door de Zakaria-gemeenschap). Het was overigens een tamelijk exclusieve bijeenkomst, omdat alleen de studenten en hun naaste familie waren uitgenodigd. Er zou geen zaal groot genoeg zijn om de hele Zakaria-gemeenschap te ontvangen. Dit jaar was er trouwens nog een novum: het zijn van Zakariaan wordt normaal via de mannelijke lijn doorgegeven. Dit jaar was voor het eerst besloten dat moeders uit Zakaria die met een man van buiten dat dorp getrouwd zijn, ook hun kinderen naar het feest mochten sturen. Er was een heftige discussie aan deze verandering van regels vooraf gegaan; de teleurstelling was nu groot dat er zo weinig moeders van deze gelegenheid gebruik hadden gemaakt....

zaterdag 18 augustus 2007

Er zouden meer Luays moeten zijn....

Inspirerend om met een Redder Van De Wereld te werken: Luay. Hij zou alleen een team om zich heen moeten hebben om al zijn plannen en bezigheden te coordineren... Officieel worden we beiden geacht Karama door deze woelige tijden (de manager zit in Denemarken) te leiden, maar dat is zogezegd aan mij gedelegeerd - met wisselend succes. Hierover schreef ik al eerder.

Gisteren kreeg ik een kijkje in de keuken van waar Luay zo al mee bezig is. Dat blijken ook vele familie-aangelegenheden te zijn. Een van zijn vele - vele - nichtjes zou aan een vrijwilliger om geld gevraagd te hebben. Het gaat hier om 20 shekels, 4 euro, maar hier speelt een belangrijk Palestijns principe. Dit druist namelijk geheel in tegen de code van Palestijnen: het is niet alleen not-done om ergens om te vragen, maar als iets wordt aangeboden is het de bedoeling dit af te slaan... Uit eigen ervaring kan ik bevestigen dat het inderdaad zo werkt: het kost de grootste moeite af en toe wat terug te doen voor alles wat ze voor mij doen. Het lukte Luay helaas niet dit doorbreken van de code aan de ouders van het meisje aan het verstand te brengen: hun dochter zou zoiets nooit doen; ze checkten dit overigens niet bij het meisje... Het gesprek verliep geheel volgens de Palestijnse gewoonte: als buitenstaander denk je dat het nooit meer goed komt.

Een van mijn tantes is getrouwd met een Bedouien die een Israelisch paspoort heeft. De problemen beginnen pas bij het moment dat zij zijn tweede vrouw blijkt te zijn (de eerste is nog in leven hoor!). Hun drie kinderen zijn geboren in Israel, maar hebben geen Israelisch staatsburgerschap, want buitenechtelijk. De moeder is weliswaar Palestijns, maar omdat haar kinderen niet in Palestina geboren zijn, hebben ze ook geen papieren voor Palestina... Statenloze kinderen dus. Nu is de oudste binnenkort 6 jaar oud en moet naar school. Maar dat is een probleem: de United Nations die voor van alles in dit kamp zorgt, helpt alleen kinderen met officiele papieren... En de kinderen hebben geen papieren. Om gek van te worden toch? Dus Luay spendeert vele uren bij de UN om kleine Noor toch naar school te krijgen. Het alternatief is een particuliere, christelijke - hele dure - school die iedereen aanneemt, zolang er maar betaald wordt.

Een neef - ook een van de velen - is klaar met zijn middelbare school en wil graag naar de universiteit. Om toegelaten te worden, dient een aankomende student gemiddeld een 6,5 te hebben op zijn eindlijst; Mustafa heeft 6,3. Het lukt Luay hem op de universiteit geplaatst te krijgen.

Luay heeft het plan om op hun huis een hele verdieping te bouwen en Karama daarheen te verhuizen. Daar bovenop zou nog een verdieping moeten komen voor het huisvesten van vrijwilligers, teneinde die wat privacy te gunnen.
Aan de doorgaande weg van Bethlehem naar Hebron wil Luay een soort Bedouienentent maken, omdat er geen openbare gelegenheden zijn en wel veel mensen onderweg. In de tent kan gegeten worden, gedronken, waterpijp gerookt en spullen van Karama verkocht...
Luay heeft in Deheisha een stuk grond gekocht - hij studeert en werkt in Zweden - om daar een openbare speelgelegenheid te maken. Er is een heel klein parkje in Deheisha, maar dat gaat 's middags pas om 4 uur open en er moet toegang voor betaald worden.
In een buitenwijk van Bethlehem heeft Luay zijn oog laten vallen op een berghelling, die omgetoverd zou kunnen worden tot een soort zwemparadijs.
Aan de hoofdweg van Deheisha zitten nogal wat kippenwinkels (letterlijk dus). Daar zoek je een mooie kip uit (in mijn ogen zijn ze allemaal hetzelfde: heel zielig...) en de meneer van de winkel maakt hem een kopje kleiner voor je en plukt hem kaal. Vervolgens krijg je de kip in stukken gehakt mee. Verser kan het dus niet. Helaas is de straat rondom die winkels een grote puinhoop van bloed en veren. Luay is bezig - met wat UN-autoriteiten - hier een einde aan te maken. Zowel in het belang van de volksgezondheid als van het milieu.
In een naburig dorp woont een oud echtpaar dat een tuin heeft met veel fruitbomen. Ze zijn zelf te oud om het fruit te oogsten. Luay is bezig een groep bij elkaar te harken om gezamenlijk het fruit (pruimen, vijgen) van de bomen te gaan halen. Ik verheug me er al weer op...

Zo zou ik nog uren door kunnen gaan. Ook binnen Karama buitelen de plannen over elkaar heen: we zijn bezig een taal- en weerstandscursus voor vrouwen op te zetten, een workshop over tandhygiene (met een check van de gebitten er achteraan, daar hebben we de UN weer voor nodig en er moet voor betaald worden...) en een Masterclass over Mensenrechten en Democratie. Af en toe vraag ik me echt af of er iets van terecht gaat komen - in dit leven...

Luay is een zeer aangenaam persoon en met hem op stap zijn is altijd weer avontuurlijk. Hij kent de hele wereld en de hele wereld kent hem. Via Luay heb ik al de meest interessante mensen ontmoet. Het probleem is dat er gewoon meer Luays zouden moeten zijn hier - om al die plannen uit te voeren....

vrijdag 17 augustus 2007

Groeten uit de ziekenboeg...

Het moest er natuurlijk een keer van komen: de vraag is niet zozeer of je hier ziek wordt - maar wanneer. Tot ongeveer een week geleden heb ik zorgeloos alles naar binnen gewerkt wat me wordt voorgezet. Daar zijn echt hele rare gerechten bij geweest. Voorts heb ik mijn hart vastgehouden voor een mogelijke suikervergiftiging (zou dat kunnen? Thuis gebruik ik 1 kilo per jaar, hier is dat mijn dagverbruik schat ik...). Een laatste risico-factor vormen de kinderen: ze geven me van alles te eten, eten mee uit mijn bakje of bord en snotteren in mijn theeglas... Al die weken heb ik mezelf voorgehouden dat ik hiermee juist weerstand opbouw!

Helaas, deze zelfhypnose is uitgewerkt. Al direct na het eten van een feestelijke begrafenisschotel (van gekookte havermout & gekookt schapenvlees) protesteerde mijn maag. Dat is enkele dagen door blijven gaan. Voor dit soort krampen wil okugest nog wel eens helpen. Het leger bacterien heeft sinds eergisteren besloten volop in de aanval te gaan en heeft mijn darmen uitgekozen als nieuw te veroveren gebied - met succes mag ik wel zeggen. Een dag niets eten (gisteren) heeft nog niet tot een wonderbaarlijke genezing geleid. Bij het opstaan vanmorgen ben ik dan ook meer patient dan vrijwilliger kan ik wel zeggen. Omdat het vrijdag is - de dag van Allah - heb ik geen haast en besluit maar wat langer in bed te blijven. Onmiddellijk is de familie zeeer bezorgd. (In Palestijnse ogen hoor ik bij de vroege vogels...)

Er wordt maramya-thee (een aftreksel van salie, zonder suiker - maar heel vies) voor me gemaakt; een beproefd Palestijns geneesmiddel tegen van alles. Een tante weet het nog beter en laat een blikje ' 7up' aanrukken. Na 2 slokjes van het mierzoete, bubbelende vocht protesteert mijn maag onmiddellijk. Ik wissel het liggen in mijn bed af met het zitten op de bank en wat glazig voor me uitstaren. Een aantal keren worden zelfs de kinderen (een stuk of 9) naar buiten gejaagd - om me rust te gunnen. Als het een moment tamelijk rustig is (er wordt alleen gewassen met de wasmachine die naar de badkamer gesleept is; in een van de kamers zitten wat mensen naar de schetterende tv te kijken en de buurvrouw is bezig met de grote schoonmaak die zich deels ook in mijn woonkamer afspeelt) begint er boven een heidens kabaal. Het meubilair wordt grondig verbouwd en op andere plaatsen gezet en het geschreeuw is niet van de lucht. Binnen een paar minuten ontvluchten wat kleine kinderen deze woning en binnen 2 minuten begint in een naastgelegen woning een gelijksoortig ' ritueel' . Mijn oom Isa (een hoge politie-ome uit Ramallah) stapt er op af en het lawaai wordt alleen maar erger.... (' Voor al uw problemen: bel Isa...' ) Nog weer een paar minuten later trakteert de imam ons op zijn vrijdagpreek - en doet dat met een flinke stemverheffing.

Ik zit op de bank en staar voor me uit: ben ik in een gekkenhuis beland of ben ik zelf gek aan het worden? Als op dat moment de bacterien weer in de aanval gaan, ren ik naar een van de buren (mijn toilet is bezet met de wasmachine....) en ben precies op tijd! Bij dezelfde buren besluit ik ook een douche te nemen en vertrek even later naar Karama. Waar het natuurlijk ook een gekkenhuis is, maar als gezegd - volgens mij ben ik het zelf....

Van de kinderen die inmiddels in Denemarken aangekomen zijn, krijg ik hartbrekende lieve mailtjes. Ik mis ze heel erg, omdat de achtergebleven kinderen vooral in de kleuterleeftijd en maar iets daarboven zijn. Elk spelletje dat ik bedenk (lang leve internet) duurt maximaal 5 minuten; de rest van de tijd verwijder ik kleuterkakjes uit ons hurktoilet (ze kunnen niet bij de hendel van de stortbak); zet vechtende jongetjes buiten en beantwoord ik 100 keer de vraag:
kif hayluk Alif Dal Alif? (hoe gaat het Ada?) En ik zeg 100 keer lachend alhamdulilah! (geweldig!).

donderdag 16 augustus 2007

Er zijn ook christen-Palestijnen....

Een tijdje geleden ben ik in een lokale groentewinkel als er een mevrouw op me afstapt. Haar eerste vraag aan mij is: ben je een christen? Ik: nee, hoezo? Ze vertelt me dat ze zelf een christen is en het daardoor heel moeilijk heeft in Bethlehem. Ze zou heel graag eens met me willen praten en geeft me haar kaartje. Ze heet Nahil en is 61 jaar oud.
Als ik haar gisteravond om half 7 bel om een afspraak te maken, vraagt ze me meteen te komen. Ze kan niet wachten om me te ontmoeten: we spreken af op het plein van de Geboortekerk. Omdat ik een kwartier te vroeg ben (het plannen van een reis is ingewikkeld, soms gaat het heel snel, soms heeeeel langzaam) dien ik even een huwelijksaanzoek af te werken, maar dan staat ze stipt om 7 uur voor mijn neus. We vertrekken in haar auto naar een heel modern restaurant, waar een afgeschoten kanon geen toeristen zou raken. Als we ons citroensap besteld hebben (uiteraard met veel suiker en mint, echt een heerlijk drankje) begint ze te vertellen.

Nahil is afkomstig uit een goede familie in Bethlehem, niet rijk - maar met een goede naam. Ze is op jonge leeftijd getrouwd en heeft 3 kinderen die nu boven de 30 zijn. Twintig jaar geleden scheidde ze van haar man en haar vader heeft haar voor de rest van haar leven woonruimte in zijn huis gegeven. In 1993 komt vader te overlijden en hij laat dit grote huis na aan een van zijn kleinzonen. Daar woont Nahil dus nu mee samen; ze hebben sinds 1993 nog nooit een woord met elkaar gewisseld.... (De neef ziet zijn tante het liefst meteen vertrekken of overlijden - volgens Nahil).
Ze moet natuurlijk werken om in een inkomen te voorzien en heeft een baan bij een verzekeringskantoor waar ze 1500 NIS per maand verdient (zo'n 300 euro). Dit is volgens haar te weinig om in leven te blijven; gelukkig ziet ze er wel heel verzorgd uit en haar auto hoort echt bij de betere auto's van Bethlehem. Woonlasten heeft ze niet. Haar kinderen hebben zelf moeite om het hoofd boven water te houden, dus die kan ze niet om hulp vragen.
Ze vertelt uitgebreid over de problemen met de Israelies, die vooral na 2000 veel erger geworden zijn. Omdat het gisteren Maria Hemelvaart is (als voormalige katholiek weet ik dit gelukkig) heeft ze samen met 2 zussen besloten dit te gaan vieren in Jeruzalem. Helaas krijgen maar 2 van de 3 zussen permissie, waarna ze besluiten om helemaal niet te gaan. Op het kantoor van de Israelies werkt het als volgt. De Palestijnen sluiten aan bij een lange rij die maar langzaam opschuift. In de rij allemaal mensen die een reden hebben om de grens met Israel over te steken. (Jeruzalem is op minder dan 15 minuten rijden van Bethlehem). Aangekomen bij het loket zit daar een militair die het verzoek in ontvangst neemt (een ingevuld formulier) en dit in de computer intikt. Daarna krijgt de militair een antwoord: wel permissie of geen permissie. De mensen in de rij hebben geen idee waar het antwoord vandaan komt of waar het op gebaseerd is. Er is geen mogelijkheid om bezwaar te maken en men weet alleen dat er 2 antwoorden mogelijk zijn: ja of nee een permissie. Wat het antwoord ook is: men verlaat rustig (maar vaak tandenknarsend neem ik aan) het kantoor.

In de tijd dat Bethlehem in zijn geheel bezet was door het Israelische leger en de bewoners niet naar buiten mochten, heeft Nahil ruim 40 dagen opgesloten gezeten in haar huis. In die tijd heeft er nooit iemand gebeld of op haar deur geklopt om te vragen of het goed met haar gaat. Ze klinkt heel teleurgesteld in de mensheid.

Op mijn vraag of ze dromen heeft voor de toekomst, reageert ze dubbel. Als ze een nieuw leven zou kunnen beginnen in Amerika of Europa, ja dan.... Dan zou ze vrij zijn en misschien zelfs wel een nieuwe man kunnen tegenkomen. Niet dat ze de wens heeft om te trouwen, maar een man die goed gezelschap is en voor je zorgt als je ziek bent. Dit is in Bethlehem onmogelijk: de schande van een nieuwe relatie kan ze haar zoons en familie niet aandoen. Ze zou de familie een slechte naam bezorgen. Afgezien van het feit dat het ontmoeten van een beschikbare man hier bijna tot de onmogelijkheden behoort.

Natuurlijk praten we ook nog over veel andere dingen. Het is een echt geanimeerd gesprek. Als ik er later op terugkijk (ze staat er op me terug te brengen naar Deheisha, omdat het voor vrouwen alleen niet spuis is om alleen te reizen....) heb ik erg met haar te doen. Nahil leidt een triestig leven, zonder vooruitzichten op verbeteringen. Ze heeft afgeleerd om initiatief te nemen en wacht voor alles op anderen - waarna onvermijdelijk de teleurstelling volgt.
Als ze me bij onze ontmoeting vertelt hoe moeilijk het is voor christenen om hier te leven, ben ik hier ook erg nieuwsgierig naar. Toch wordt mijn nieuwsgierigheid niet bevredigd: de moeilijkheden lijken niets te maken te hebben met het zijn van christen. Het is het lot van de Palestijnen dat ook haar ten deel valt: te leven in een bezet land, met een vernietigde economie, waar de toeristen wegblijven en mensen niets te besteden hebben. En helaas - met heel weinig hoop op verbeteringen in de toekomst.
Wat wel opvalt in ons gesprek is haar kijk op moslims. Ze lijkt er niet al te dol op, maar in de loop van het gesprek blijkt dat ze een aantal dingen van de moslims heel erg bewondert: hun doorzettingsvermogen, hun drang om te leren en zich te ontwikkelen, om hogerop te komen.

Eén ding noemt ze niet, maar dat weet ik toevallig. Het is voor moslims uitgesloten dat er sinds 1993 niet gesproken wordt tussen een tante en een neef - die notabene in hetzelfde huis wonen. Elke moslim is verplicht na een probleem waarop zwijgen volgt - binnen 3 dagen weer te gaan spreken. En de profeet belooft degene die het eerst begint met praten de grootste 'beloning'.
Als het gaat om religies, is de Islam toch wel heel handig: voor elke situatie is ongeveer een oplossing denkbaar, die mij (als humanist) in ieder geval heel vaak aanspreekt.

woensdag 15 augustus 2007

De kunst van de verveling (being bored)

Wie weet nog hoe het vroeger was, bijvoorbeeld tegen het eind van de zomervakantie? Alle tijd, maar nergens zin in. Alle spelletjes al gedaan enzovoort. Een tijdje geleden - ik was al te druk - verlangde ik terug naar die tijd van verveling. En organiseerde dit voor mezelf. Zal het recept hier niet geven, maar het was gedurende twee dagen heel succesvol. Ik zal nooit meer verlangen naar verveling. Actief zijn en de dingen doen die je wil en moet doen zorgen voor geluk! In de tijd van de vervelings-ervaring toonde een vriend me zelfs een filosofie-boek over verveling, maar dat (b)leek al te vervelend om te lezen...

Een van de ergste dingen als het over leven in Deheisha vluchtelingenkamp gaat, is de verveling. En dan kan ik mezelf nog aardig goed bezighouden. Ik heb leesboeken bij me, mijn jongleerballen, sudoku's (draai voor de 5* mijn hand zelfs niet meer om...) en natuurlijk dit weblog om aan te werken. Mijn sportschoenen (te gebruiken om 6 uur in de ochtend, als er nauwelijks toeschouwers zijn) worden nog maar zelden door mij gebruikt; het wordt 's avonds te laat om voor dag en dauw op te staan. Voor de bewoners hier ligt dat anders. De vrouwen hebben allereerst te maken met veel restricties wat betreft naar buiten gaan en zeker wat de bestemming betreft. Omdat ik hun leven voor 99% deel, zijn het ook mijn restricties. Naar buiten gaan beperkt zich dus tot de (vele) bruiloften en het doen van inkopen. Als alles gekocht is en er geen feest is, wat gaan we dan doen? Er staat bijna overal een tv, meestal met sateliet, maar bijna niemand kijkt er naar. Hij staat op z'n Amerikaans gewoon te schetteren. Ik kijk het liefst naar Al Jazeera, maar als iemand al tv kijkt is het naar een Palestijnse zender waar een meneer de Israelische kranten voorleest.... Mijn zussen en tantes volgen verder een van de vele Egyptische soaps, met veel over-acting, gezucht en complicaties.

In Deheisha zijn geen publieke voorzieningen. Ik ben een paar keer thee wezen drinken voor de deur van een soort snackbar (ha, het terras is uitgevonden!) maar als ik dit te vaak doe zou iedereen kunnen denken dat ik het bij mijn familie niet naar mijn zin heb.... De (lange) uren in de avond worden dus als volgt stuk geslagen: we gaan op visite of krijgen visite. Het is een grote kring van steeds dezelfde mensen die als het ware rondjes loopt langs elkaars huizen. Als ik dus mijn gewoonlijke 5 of 6 visites per avond heb afgelegd, krijg ik vervolgens al die mensen ook weer bij mij op bezoek. Er wordt niet bij gegeten of gedronken; heel zelden wordt er wat fruit uitgedeeld (mmmmm, verse vijgen!). De gesprekken gaan de hele avond gewoon door en echt interessant wordt het qua onderwerpen bijna nooit. Het gaat over het leven dat duur is, kinderen die niet naar school kunnen (daar ga ik nog een apart verhaal over schrijven!) of een winkelier die voor de eieren een shekel meer durft te vragen. Mensen komen en gaan geruisloos en voor je het weet is het al weer bedtijd. Er wordt niet gelezen (geen boek of krant gezien hier), er zijn geen bioscopen of andere voorzieningen om naar toe te gaan en er is geen Palestijnse versie van Monopoly of Ganzenbord. Zus Amal heeft nog wel een soort van hobby: ze naait kleding en nog heel mooi ook.

Ik heb me helemaal aan dit leven overgegeven, maar snak af en toe naar wat actie! Het zou te gemakkelijk zijn om elke avond naar Bethlehem te vertrekken, waar in ieder geval meer te doen is. Het zou een vorm van vluchten zijn. Wel laat ik me mijn Arabische danslessen in Beit Sahour niet afnemen; het is ongeveer mijn enige echte verzetje. Elke kans om ergens - met mijn familie - naar toe te gaan grijp ik wel aan. Zo kom je nog eens ergens....

http://www.mijnalbum.nl/Album=QDFEOTMT

Being bored...
Imagine, living in a refugee camp - with no (public) places to go! No libraries, cinema's or bars & restaurants. How to kill time? Because of all the marriages, there are quite a lot of hafla's (parties). And Palestinians know how to party - as it comes to dancing... But there are evenings without anything to do. There is television everywhere, even with satelite. Palestinians are not frequent watchers, except for Egyptian soap series - with a lot of over-acting and complications. One channel is interesting: a guy is reading the Israelian newspapers and the pages of the newspapers plus the guy reading them is all you see.

So, what do we do on evening without parties? We invent the art of visiting! It's like a circle of people walking around and paying each other visits. So, after my 5 or 6 visits a night - I can expect another 6 or 7 (sometimes even 10) visits from the people I just visited. The conversations are not very interesting, most of the time about how expensive life is (and it is!). I could 'run' to Bethlehem, which is a big city with more things to do. But I don't; I want to share the normal life with 'my family'. I tell you: comparing with our western life, it's a very boring life... There is nothing more fulfilling as doing your things, free people as we are. For women in this part of the world not even that is possible. They can do their shoppings or they can visit family - that's about everything. A lot of the (older) women suffer from high bloodpressure, overweight and diabetic; no wonder if you see the diet and the absolute lack of any possibility to move or excercise.

Two times a week I have the opportunity to do something for myself: I have African Dance-class in a nearby village. Nobody can take that away from me! Of course I invited my sisters and aunts also to these classes, but there is always a reason for them not to come...

dinsdag 14 augustus 2007

Een roerend afscheid....

Nee, het is niet wat u denkt - ik blijf hier nog even. Negen van ' mijn' kinderen zijn vanmorgen naar Denemarken vertrokken. Het had wat voeten in de aarde, maar rond 10 uur hebben we ze - bijna met het hele kamp - uitgewuifd naar Amman. Daar vandaan zullen ze via Frankfurt naar Kopenhagen vliegen. Ze zagen wat wit om hun neus, vast van de spanning. Die was dan ook tot het uiterste opgevoerd: gisteravond rond 9 uur werd pas bekend gemaakt dat alle tickets er waren. Ik vond het maar doorgestoken kaart, maar iedereen was opgelucht.
Als afscheid zijn we gisteravond met alle kinderen naar Bethlehem vertrokken, op excursie naar de Geboortekerk. De werkloze gids die mij aanklampte was maar wat blij met deze hele groep toehoorders en hij deed het heel goed. Voor een aantal kinderen was dit hun eerste bezoek. (Vanwege internetproblemen bij Karama komen de foto's pas later in Mijn Album - ik zit nu in het meest fancy internetcafe van Deheisha...) Na de excursie zijn we met de groep hamburgers gaan eten en hebben sommigen stiekem een paar trekjes van de waterpijp geprobeerd.

Na het vertrek van deze groep van negen, dienden we natuurlijk ons zelf te hervinden in Karama. Weer allemaal nieuwe kinderen die heel graag bezig gehouden willen worden. En de regels uitgelegd moeten krijgen (vechten: alleen buiten; vechten: alleen met kinderen van je eigen lengte of groter enzovoort). Dus heb ik er een lesje Engels tegenaan gegooid en contact gemaakt met een Palestijnse tandarts die normaal in Saoudi Arabie werkt - en nu voor een maand thuis is - om wat workshops te komen doen bij ons. Het dieet hier bestaat voornamelijk uit suiker en het verzorgen van het gebit blijft geheel achterwege. Ik heb bedacht dat een leuke meneer in een witte jas die vertelt over het belang van tandenpoetsen en dat ook nog eens voordoet, vast indruk zal maken. Ook al met een winkelier gesproken over het aanleveren van grote hoeveelheden borstels en pasta - maar moet wel een vriendenprijs worden natuurlijk. De tandarts wil trouwens graag de gebitten van de kinderen checken, maar ik sta nog niet te juichen. Hij heeft geen spullen bij zich, de kinderen zullen dus verwezen worden naar een van die ongelikte beren hier. Lijkt me geen goed idee (zie een eerder verslag over de ' werkzaamheden' van de tandarts). Als een aantal voortaan de tanden poetst voor het naar bed gaan, ben ik al heeel tevreden...

Verder lijden we - met een aantal mensen - aan darmproblemen. Het is een wonder dat die zich nu pas voordoen, als je ziet wat ik naar binnen weet te werken en hoe het met de hygiene gesteld is. En wat kleine kinderen allemaal met me uitspoken. De oorzaak is waarschijnlijk een heel bijzondere schotel, die alleen bij bruiloften en begrafenissen gegeten wordt. Het bestaat uit gekookte havermout met stukken gekookt vlees; klinkt feestelijk, of niet? Geen idee van welke bruiloft of begrafenis de schotel was, maar ik at hem zeker niet op de dag van bereiding. Zal dit het geweest zijn? Zelfs mijn okugest-pillen (altijd met wonderbaarlijk resultaat, ze zijn homeopatisch) laten me in de steek. Als het heel erg wordt zal ik die Deheisha tandarts eens raadplegen voor een goed advies (' geen begrafenisschotels meer eten' .... of zo).

Ik ben uitgenodigd om een 5-daagse trip mee te maken naar Saoudi Arabie, naar Mekka! Slechts 12 uur met de bus hier vandaan en met heel aangenaam gezelschap. Ik zou het heel graag doen, maar moet dan Luay in de steek laten. Voor een man is het runnen van Karama in de vakantietijd (het is elke dag heel druk) echt te veel werk. Mekka moet dus nog even op me wachten....

maandag 13 augustus 2007

Overlevingstips (deel I)

Bij gebrek aan actie op dit moment - we zijn heel druk met de voorbereidingen voor Denemarken! - hieronder een meer algemeen verhaaltje.

Voor alle mensen die eens iets heel anders in hun vakantie willen dan zonnen, luieren en een kerk of museum bekijken, zal ik hierna tips en truuks beschrijven voor het overleven in (min of meer) bijzondere omstandigheden.

Tip 1: De taal
In alle landen van de wereld vinden de inwoners het prachtig als bezoekers moeite doen zich in hun taal verstaanbaar te maken. Hoe koeterwaals het ook zal klinken: je hebt je best gedaan. Het handigste is een klein lijstje bij je te dragen en daar dagelijks mee te oefenen. Woorden die op het lijstje thuishoren: de cijfers 1 tot en met 10, goedemorgen, goede middag, goede avond, hoe gaat het met u en tot ziens. Als dit eenmaal in je hoofd zit, kun je het lijstje uitbreiden met meer geavanceerde woorden.... Wat helpt om de taal onder de knie te krijgen is met kinderen optrekken, reclame op de plaatselijke tv te bekijken en winkelopschriften te ontcijferen.

Tip 2: Wat neem je mee?
Er zijn mensen die op reis hun halve huisraad met zich meeslepen. Bedenk dat (bijna) alles wat je van huis meebrengt ook ter plaatse verkrijgbaar is. En daar stimuleer je de economie mee. Het scheelt ook enorm in het gesjouw tijdens de reis. Neem ook niet te veel kleren mee: veel mensen verdienen graag een centje voor het wassen van je kleren. Ik heb een al jaren beproefde paklijst, voor allerhande reizen. Daar staan de ‘onmisbare’ dingen op, die ik niet zomaar kan kopen. Zo heb ik altijd een dompelaartje bij me om zelf thee of koffie te maken. Daar kun je echt naar snakken als er niets verkrijgbaar is. Ook een bedleeslampje zit er altijd bij en een zaklantaarn (uit Botswana, 3 gulden, levenslang gegarandeerd en hij doet het nog steeds na 12 jaar!). Een heetwaterzak is ook een uitkomst, omdat het in de woestijn ’s nachts flink koud kan zijn. En een paraplu helpt zowel tegen de regen als tegen de zon.
Wie voor kadootjes voor kinderen wil zorgen: ter plaatse kopen!
Wat heel leuk is om mee te nemen is een klein recordertje. Ik heb nog zo’n simpele, met casettebandjes. Als ik later de foto’s bekijk zet ik zo’n bandje op met allerhande geluiden, muziek, gesprekken en wat al niet. Het brengt meteen de sfeer van je reis terug.

Tip 3: Maak vrienden!
Vooral voor degenen die – zoals ik – graag alleen reizen is het maken van vrienden zeer belangrijk. Dat gaat meestal als volgt. In de buurt waar je slaapt zitten meestal wel mensen op straat wat te verkopen. Koop dagelijks wat bij ze en maak een praatje. Vertel hoe je heet en waar je vandaan komt en informeer naar hun welzijn, familie en dromen. In een mum van tijd kent ‘iedereen’ je en geniet je bescherming. Koop ook een paar keer bij dezelfde (kleine) winkeltjes: het is handig om met de middenstand bevriend te zijn – voor de gevallen dat je eens wat speciaals nodig hebt.

Tip 4: Wees nieuwsgierig.
Ik ken verschillende mensen die helemaal afgeknapt zijn op bijvoorbeeld Indonesië, omdat ze tig keren per dag moeten vertellen hoe ze heten en waar ze vandaan komen. Daarna volgt steevast het ritueel over een eventuele echtgenoot/echtgenote en de kinderen. Het is zeer gemakkelijk deze situatie om te draaien en zelf in de rol van vragensteller te gaan zitten. Dat wordt nooit saai omdat er geen verhaal hetzelfde is. De meeste mensen vinden het heerlijk om over zichzelf te praten. En degenen die het Engels niet machtig zijn, heb je op die manier afgeschud.

Wordt vervolgd...

zondag 12 augustus 2007

Het kinderdieet & de tandarts.

Al een paar keer maakte ik op deze plaats opmerkingen over Palestijnse kinderen & eten. Er zijn ouders die over hun kinderen klagen: ze willen niet eten. Maar altijd als ik ze zie, zijn ze bezig met chocola naar binnen te werken, of chips, of zakjes gezoete yoghurt - enzovoort. Inmiddels zijn er zelfs kinderen die alleen maar normaal willen eten, als ze bij me op schoot zitten. Het is dan natuurlijk een spelletje: de lepel is een vliegtuig of een auto... De kinderen van Karama ontbijten 's morgens gezamenlijk met cakejes en zuurtjes....

Gisteravond kwam ik laat thuis van een gezellige avond (met bbq) in Bethlehem. Thuis trof ik een wanhopig huilende Noor aan - 6 jaar oud. Ze huilt al een paar dagen veel, want ze heeft kiespijn. Ze heeft haar melkgebit nog. Als ze me de kies laat zien, schrik ik er echt van: er is nog maar een klein rottend stompje van over. Moeder Fatima heeft haar gisteren mee naar de tandarts genomen. Ik vraag aan haar waarom het kiesje er dan nog zit. Dit is het antwoord. De tandarts heeft in het mondje gekeken en geconcludeerd dat Noor geen chocola meer mag eten... En dat vertelt haar moeder haar nu de hele tijd. Daarnaast bestaat de behandeling uit veelvuldige slokjes uit een flesje met vloeibare kinderaspirine (hoop ik).

Ik word hier zo opstandig van: een klein kind dat ineens blijkbaar zelf verantwoordelijk is voor wat ze eet. En stikt van de kiespijn. En door geen volwassene geholpen wordt!

Het enige wat ik vandaag kon bedenken, was het aanschaffen en als kado verpakken van tandenborstels & tandpasta voor de hele familie... En nu maar hopen dat dit stimuleert, naast het geven van het goede voorbeeld. Zo jammer anders van die mooie kindermondjes!

zaterdag 11 augustus 2007

Trouwen: een verplicht nummer!

Gisteren was het weer zover: ik was te gast bij een van de vele trouwpartijen. Ik ben nog nooit in een omgeving geweest waar zoveel getrouwd wordt als hier. De avond dat ik een concert bijwoon op de hooggelegen universiteit van Bethlehem, zijn er continue bruiloften te zien. Het is namelijk de gewoonte om heel veel vuurwerk af te steken. Als teken van vreugde natuurlijk. In de ‘goede oude tijd’ werd er overigens met allerhande wapens geschoten: dat knettert ook lekker. Bij een van de bruiloften die ik bezocht wilde een bezoeker dit nog eens laten zien en danste dan ook met zijn Uzi boven het hoofd. Een beetje raar gezicht.

De trouwpartij van gisteren was nog helemaal volgens de traditie: vandaar dat ik een klein filmpje gemaakt heb. Het verloop is als volgt. Met Luay vertrek ik rond 6 uur in de middag naar het huis van de bruidegom. Een grote groep mannen staat buiten voor de deur; ik word mee naar boven genomen (5e verdieping) waar op het dakterras een paar honderd vrouwen en kinderen verzameld zijn. De ruimte is met grote doeken afgeschermd voor vreemde ogen. De muziek en snoeihard en er wordt volop gedanst. Ik probeer de bruid te gaan feliciteren, maar daar gaat het juist om: die is er niet en die gaan we gezamenlijk ophalen. Na enige tijd worden we naar beneden gedreven, waar drie bussen klaarstaan. Ik zie Luay nergens meer en besluit me maar over te geven aan de situatie: ik pers me in een van de bussen, waar me zelfs een zitplaats wordt aangeboden. In de bus is het een dolle boel. Er zijn twee bongo’s aanwezig en er wordt een eentonig lied gezongen, wat ik na een minuut of 10 uit volle borst kan meezingen. Het duurt (natuurlijk) een tijdje voor we gaan rijden, maar uiteindelijk vertrekt er een grote optocht (bussen, taxi’s en particuliere auto’s) naar het huis van de bruid. We rijden stapvoets en het duurt zo’n 20 minuten voor we er zijn. Daar verlaten we niet de bussen en het zingen gaat door. Ik slaag er in een raam open te maken en naar Luay te zwaaien – die zich buiten met zijn vrienden ophoudt. Nu weet hij in ieder geval waar ik ben. Hoe de bruid naar de trouwauto vervoerd wordt: geen idee. Ik weet alleen dat het daar op de weg een grote verkeerschaos is die alsmaar niet oplost.

Na eindeloos wachten zet de stoet zich weer in beweging; voorop rijden vijf mannen op een paard. Het ziet er stoer uit. Stapvoets terug richting Deheisha, waar we zo’n 500 meter voor het huis van de bruidegom allemaal moeten uitstappen. De bruidegom woont langs de doorgaande weg van Bethlehem naar Hebron; het is een hele drukke weg. Dat maakt de feestgangers niets uit: de weg wordt compleet afgesloten door onze optocht. Voorop de paarden, daarachter de mannen die de bruidegom op hun schouders dragen, daar achter de auto met de bruid en dan de vrouwen die het inmiddels beroemde lied zingen over de bruid die naar haar aanstaande man gebracht wordt. Natuurlijk probeert het verkeer dat niets met het trouwfeest te maken heeft, te passeren. Dit lukt moeiteloos: over de stoepen, over de andere weghelft enzovoort. Inmiddels ben ik hier al zo lang dat mijn hart nergens meer van overslaat...

Onderweg maak ik dus het volgende filmpje:
http://www.youtube.com/watch?v=Ac4P6oVyfQA

Er valt me een grote eer te beurt: het raampje van de bruidsauto gaat open en ik mag de bruid ‘filmen’. Niet dat ze er gelukkig van gaat kijken, maar ik heb het toch maar vastgelegd.
Er wordt flink met sneeuw (?) gespoten; er wordt vuurwerk afgeschoten; er worden vanuit de huizen toffees naar ons gegooid. Bij het huis van de bruidegom aangekomen vertrekt de bruid naar boven – voor het vrouwenfeest en de mannen vieren apart hun feest. Om die reden besluit ik naar huis te vertrekken: de gemengde feesten zijn leuker.

Dat trouwen zo’n populaire bezigheid is in Palestina heeft een goede reden: het is de enige manier om ‘aan de voortplanting te werken’. Het hebben van sex voor ongetrouwden is simpelweg tegen de wet én de Koran en er zijn dan ook geen (of nauwelijks) mogelijkheden. De maagdelijkheid is erg belangrijk en de goede naam van een meisje moet te allen tijde bewaakt en beschermd worden.

De bruidegom is overigens niet te benijden. Hij wordt geacht de hele bruiloft te financieren en steekt zich dan ook voor jaren diep in de schulden. Want de bruid bepaalt hoe de bruiloft er uit ziet! (Filmreportage, muziek, kunstsneeuw, voor elke avond een andere prinsessenjurk, een bruidstaart en zeker 10 bruidsmeisjes en –jonkers.) Ook is het gebruik dat ze op de laatste dag van de (meerdaagse) bruiloft behangen wordt met goud: haar ‘levensverzekering’. Ik zag een bruid werkelijk door de knieën zakken toen ze haar ‘dhahab’ omgehangen kreeg. Van diverse mannen heb ik gehoord dat de vrouw na haar huwelijk nog een paar maanden veel te vertellen heeft. En dan is het afgelopen en kan de man geheel zijn goddelijke gang gaan. Een getrouwde man blijft het huwelijk wel ‘de gouden kooi’ noemen, maar wij zouden het echt niet ‘gekooid’ noemen. Het geheel is geslaagd als het stel binnen een paar jaar een aantal kinderen op de wereld heeft gezet en de vrouw aan huis gekluisterd is om voor ze te zorgen. Haar leven bestaat vanaf dan uit haar huis, kinderen, familie en vriendinnen/lotgenoten.

Wat kinderen betreft: van de huidige 16.000 inwoners van Deheisha, bestaat 2/3 uit kinderen! Dit is vooral te danken aan de eerste Intifada, toen het kamp door het Israëlische leger bezet is geweest. Op alle daken zaten sluipschutters en de bewoners mochten hun huis niet verlaten. Van degenen die het toch probeerden hangen er foto’s in het kamp: de helden die doodgeschoten zijn. Eén zo’n ‘curfew’ duurde vier (!) maanden.
En waar hielden die opgesloten bewoners zich voornamelijk mee bezig: inderdaad!

vrijdag 10 augustus 2007

Missie: Tel Aviv.

Nadat er allerlei vergeefse reizen richting Ramallah zijn ondernomen om visa voor de kinderen te scoren bij het Deense consulaat, begint de tijd te dringen. Volgende week vertrekt de groep van Karama al. Aan 007 Van Arnhem dus ‘de eer’ om rechtstreeks zaken te gaan doen met de Deense ambassade in Tel Aviv. Qua afstand een fluitje van een cent, qua reizen vergelijkbaar met de trektocht van Mozes door de woestijn....

De afgelopen weken heb ik veelvuldig contact met ene Mary van de ambassade; altijd handig om alvast wat vriendschap te smeden (‘ambtenaren onder elkaar’). Dan was die ziek, dan was de ander niet lekker, enzovoort. Vanmorgen (donderdag) levert het dagelijkse telefoontje groen licht op: ik word verwacht! Vervolgens neem ik een collectieve taxi naar het checkpoint in Bethlehem. De foto’s in Mijn Album bij De Muur zijn daar genomen. Voetgangers – zoals ik – lopen langs tralies en prikkeldraad langs diverse ‘loketten’ waar paspoorten, vinger- en handafdrukken en zo gecontroleerd worden en waar we alles van metaal van ons lichaam moeten verwijderen. Nog wat grondiger dan op het gemiddelde vliegveld dus. En dat een aantal keren. Uiteindelijk ben ik toch het checkpoint voorbij – met relatief weinig problemen dus.

Vanaf het checkpoint kun je – normaal – met bussen of collectieve taxi’s naar het busstation van Jeruzalem. Er staat er rond deze tijd geen een en ik ben gedwongen een dure taxi te nemen. Na stevig afpingelen en het vinden van een mede-passagier vertrekken we naar Jeruzalem. Daar koop ik een retourtje (optimistisch) voor Tel Aviv en kom in de bus naast een interessante man terecht. Hij is blind, spreekt goed Engels en is een hoogopgeleide pianostemmer die werk zoekt in Nederland. We nemen alle wereldproblemen door. Bij aankomst in Tel Aviv bel ik de ambassade en krijg te horen dat ik niet voor 2 uur kan komen, want er is weer iemand ziek.... Ik besluit mezelf op een lunch te tracteren op het luxueuze busstation van Tel Aviv en kijk mijn ogen uit. Meer dan mondain geklede meisjes (vergeleken met waar ik vandaan kom...) en het stikt er van de militairen, met hun wapens. Bijna allemaal op weg naar huis voor het weekend. En veel zwervers en bedelaars, bijna allemaal een paar tinten donkerder dan de rest van de reizigers. Het ziet er allemaal heel anders uit dan de 15 jaar geleden dat ik hier was.

Met de stadsbus vertrek ik uiteindelijk richting de ambassade. De buschauffer – een kruising tussen Ischa Meijer en Archie Bunker – wil me wel de halte vertellen, als ik hem 20 minuten na vertrek waarschuw; hij heeft problemen met zijn korte-termijn-geheugen. Als ik dat doe vertelt hij me dat hij de Berkowits Street niet kent.... Ik stap toch maar uit, want ik moet in de Museum Tower zijn en het Art Museum van Tel Aviv is bij deze halte. Een van deze grote torens zal toch wel de Museum Tower zijn? En jawel: na enig zoeken kom ik precies om 1 minuut voor 2 (stipt als altijd!) in de ambassade aan. Waar ik natuurlijk een half uurtje moet wachten; de ambtenaren zijn er nog niet of niet meer of wat dan ook. Eindelijk kan ik mijn spullen aan iemand afgeven en zal ik een telefoontje krijgen als de spullen opgehaald kunnen worden. Ik mag niet te ver weg gaan, want als alles af is willen de ambtenaren graag snel naar huis. Maar ik moet me wel voorbereiden op een klus van enkele uren (het gaat om 9 Schengen visa).

Ik besluit mijn tijd op internet te gaan doorbrengen; daar heb ik nu eens lekker de tijd voor. De zoektocht naar internet laat ik hier achterwege, maar ik eindig in een heerlijke koele ruimte in de (prachtige!) openbare bibliotheek van Tel Aviv, net om de hoek van de toren van de Ambassade. Yasser heeft me inmiddels al 7 keer gebeld: heel zenuwachtig, gaat het allemaal wel lukken? En ik blijf maar geruststellende geluiden maken.

Het is al ver over 5 uur als ik gebeld word: ik mag over 15 minuten komen om de visa op te halen; er is geen probleem aangetroffen. Het in ontvangst nemen heeft nogal wat voeten in de aarde: ik moet akkoord gaan met allerlei voorwaarden en sta garant voor het vertrek van de groep uit Denemarken. Het zal toch wel? Ik teken alles....

Volkomen murw verlaat ik – met paspoorten + visa – de ambassade en besluit niet van Tel Aviv te gaan genieten, maar te proberen voor het donker terug te zijn in Deheisha. Dat zou qua afstand gemakkelijk moeten lukken. De eerste verrassing: Ischa/Archie bestuurt weer mijn bus en herkent me! Op het busstation aangekomen spring ik soepel in de bus naar Jeruzalem waar ik een militair uitkies om naast te zitten. Het levert gelukkig weer een interessante gesprekspartner op. (Een luitenant die tijdens zijn 5-jarige dienst bezig is met zijn MBA). Helaas komen we in de verkeerschaos die er op donderdag altijd is, terecht: het levert Nederlandse verkeersbeelden op (langzaam rijdend en stilstaand verkeer). Het is dus donker als ik in Jeruzalem arriveer en er zijn nauwelijks taxi’s. Na flink zoeken en rondlopen vind ik er een die me een rip off prijs berekent, waarna ik besluit maar rechtstreeks naar het checkpoint te rijden voor nog wat meer shekels. Weer een zeer interessant gesprek over wereldvrede, het Joods-Palestijnse vraagstuk enzovoort. En een paar gratis levenslessen. Als hij me afzet bij het checkpoint loop ik als Jules de Korte de ingang voor voetgangers te zoeken (ik heb geen bril bij me en het is stikdonker). Ik vind hem niet, maar een patrouille militairen vindt mij wel – op verboden terrein. Ze vinden me maar een domme toerist – die zonder bril probeert haar weg te vinden bij het checkpoint. Maar ze leiden me buiten alles om rechtstreeks naar Bethlehem en waarschuwen me tenslotte: nooit meer je bril vergeten hoor! Aan de andere kant – een dikke 20 minuten lopen – vindt Mohammed mij, een bevriende taxichauffeur uit Deheisha. Zelden was ik zo blij een bekend gezicht te zien – en 10 minuten later ben ik ‘thuis’, bij Karama, waar ik Yasser heel blij maak met de 9 visa. Het is dan 9 uur in de avond!

Op deze dag heb ik tegen de 200 shekels (40 euro) reisgeld moeten uitgeven om 9 visa te scoren, in een plaats op een uur rijden hier vandaan! Daarnaast voornamelijk hele onbeleefde (om niet te zeggen onbeschofte) Israelies tegengekomen die weinig anders doen dan voordringen, elkaar wegduwen en heel chagrijnig kijken. Zelfs van kleine kindjes is geen lachje los te krijgen! Verder maakt Tel Aviv een heel Amerikaanse indruk: voornamelijk mensen met obesitas. Wat is het heerlijk om weer onder mijn vrienden de Palestijnen te zijn!
In Mijn Album heb ik als bewijs natuurlijk plaatjes van de ambassade geplaatst....
Verder een filmpje over hoe ik woonde, (inmiddels is het huis wat voller):
http://youtube.com/watch?v=8mEMxIj0H1A

donderdag 9 augustus 2007

Met Freud op de (achter-) bank....

Dank allemaal voor de lieve, leuke en opbeurende commentaren na mijn bericht van gisteren. Zat er inderdaad helemaal doorheen. Maar hoe erg bleek pas gisterenmiddag, toen ik Ahmad een stomp verkocht, alleen omdat hij in de weg stond toen ik op weg was naar Kifah om die te vermoorden... Dezelfde situatie die de aanleiding was, doet zich overigens regelmatig voor, maar dan weet ik het met een kwinkslag op te lossen. Gisteren dus niet. Na dit voorval heb ik ook nog hardhandig het kantoor ontruimd (wel 8 nietsnuttende kinderen, die uiteraard van niets wisten). Ik ben hier niet trots op (liet me helemaal gaan), maar Yasser was een en al lof. Hij was alsmaar bang dat ze geen respect voor me zouden hebben. Ik meende dat dit wel het geval is, maar ik moet zeggen dat de band met de kinderen sinds gisteren nog verder verbeterd is, dus misschien heeft Yasser wel gelijk.... De jongen die de stomp van me kreeg (van het formaat die ze elkaar de hele dag door geven hoor) heb ik mijn excuses aangeboden; ik geloof dat hij zich wel vereerd voelde.

Ook kan ik voor jullie geruststelling nog meedelen dat ik inmiddels in therapie ben. Dat komt zo. In een eerder bericht vertelde ik over een Palestijn met een graad in de psychologie, die een taxibedrijf heeft. Zo vaak als de ' sociale regels' het toestaan (niet te vaak dus), ga ik bij hem langs voor een goed gesprek. Maar inmiddels heeft hij iets beters bedacht: als ik een taxi nodig heb, laat hij het bedrijf aan zijn vader over en rijdt me zelf. Dat zijn dus de momenten van de goede gesprekken hier. Soms zijn ze zo boeiend, dat ik al bijna op mijn bestemming ben - maar het gesprek nog niet is afgelopen. Dan rijdt hij stapvoets, wat echt heeeeel vreemd is hier.... En voor de nieuwsgierigen onder jullie: veel meer zit er tussen die meneer en mij niet in, want verder is alles verboden. Niet alleen volgens de Koran, maar ook volgens de wet. We houden het dus bij hele gezellige taxiritjes en af en toe thee in zijn kantoor. (Inderdaad, een beetje frustrerend is het wel. Mijn hemel: ik ben 51 en word op deze manier geknecht!)

We praten over allerhande dingen, zoals de verschillen tussen Europa en het Midden Oosten, maar ook over onze dromen, verlangens en tegenslagen. Hij weet precies de goede vragen te stellen en valt nergens van achterover (nogal uniek hier - waar ik veel ' Nederlandse' dingen voor mezelf moet houden qua Sodom en Gomorra). Omdat we elkaar niet zomaar kunnen opzoeken, zoals wij dat in Nederland gewend zijn, is dit een prima oplossing voor het werken aan de geestelijke gezondheid. Ik hoop dat jullie enigszins door gerustgesteld zijn: ik ben hier (meestal) in goede handen!

Dit verhaal zit ik trouwens te schrijven in de openbare bibliotheek van Tel Aviv. Het hoe en waarom daarover zal morgen wel op deze plaats verschijnen - als het me lukt de checkpoints te overleven. Nou, alvast een vooruitblik dan. Op het (gruwelijke) checkpoint van Bethlehem richting Jeruzalem werd ik (per ongeluk?) opgesloten tussen de ingang en de uitgang. Uiteraard is dit de formele mogelijkheid om terroristen te separeren die er verdacht uitzien of rare voorwerpen vervoeren. Maar als uiterst vriendelijke toerist hoef ik niet eens mijn hand te laten scannen bij het passeren van de diverse militairen: ze wuiven me overal zomaar door. Nadat die deur achter me dichtgevallen was en de volgende op slot bleek (en ik niets te vrezen zou moeten hebben, want ik heb alleen 9 paspoorten van kinderen bij me) werd ik toch ongemakkelijk. Dat doet de omgeving met je: overal tralies, roosters, camera's en wat al niet. Na mijn bonzen op de deur kwamen wat Palestijnse ' vrienden' (medereizigers) me bevrijden!

woensdag 8 augustus 2007

Nationale feestdag: de party-tijger gevloerd!

Inderdaad beste lezer: deze party-tijger moet haar meerderen erkennen in haar vrienden de Palestijnen! Hier kunnen wij echt niet tegenop. Wat is het geval?
Gisteren was het in de Palestijnse Gebieden een soort nationale feestdag: alle middelbare scholieren kregen de uitslagen van hun eindexamens. Dit betekent heel veel hier, want het is voor velen de toegang tot de universiteit. En goede opleidingen en jezelf ontwikkelen worden hier heel belangrijk gevonden. Wrang als je bedenkt dat er na de opleiding nauwelijks tot geen vooruitzichten zijn...
Alleen al in Deheisha waren er zeker 20 hele grote feesten aan de gang; ze begonnen al rond het middaguur met veel vuurwerk en feestvarkens die met bonbons rondgaan. Mijn buurjongen en 'neef' Moustafa hoort ook bij de gelukkigen. Hij droomt ervan om journalistiek te gaan studeren, maar dit is nogal een dure opleiding dus hij weet nog niet of het dit gaat worden. (Natuurlijk heb ik hem geadviseerd om alvast met een weblog te beginnen: hoe meer oefening in het schrijven, hoe beter!)
De woning van oom Musa is deels ontruimd als ik op het feest aankom. In een tamelijk kleine 'salon' bevinden zich ruim 40 vrouwen en kinderen die dansen op snoeiharde muziek. Er hangen ook nog wat boxen uit het raam, zodat er op straat meegefeest kan worden. De muziek komt uit de computer en geen nummer wordt helemaal afgespeeld. Naast het lawaai waar de oren echt pijn van doen (er hangen ook wat babies rond van een maand oud) is het er bloedheet en ruikt het er niet al te aangenaam. Er wordt volop gedanst, in een soort vijfdubbele kring - anders is er geen ruimte voor de danseressen. Na een klein uurtje ontvlucht ik de ruimte en ga een luchtje scheppen. Het lawaai is hetzelfde, maar er is in ieder geval frisse lucht. Bij het naar buiten lopen kom ik langs de andere salon. Ja hoor: daar zitten de mannen genoeglijk een beetje te praten en te paffen met elkaar. Twee fans zorgen ervoor dat de lucht fris blijft. Het gezelschap wordt ook keurig bediend: een soort kleine zoete flapjes en volop koffie. Ik besluit de heren gezelschap te gaan houden. Aha: dat is natuurlijk not done! De vrouwen horen bij elkaar gepakt feest te vieren. Degene die me daar op wijst, vertel ik lachend dat ik een 'domme toerist' ben en graag met iedereen even praat. Ze laten het maar zo... (tot op heden kom ik hier meestal mee weg).
Natuurlijk maak ik het niet al te bont en vertrek weer na een tijdje. Buiten zijn ze vuurwerk aan het afsteken, en ze houden het vuurwerk natuurlijk gewoon in de hand - lekker stoer (zie bewijs op de foto). Gedurende mijn tweede bezoek aan de vrouwenruimte wordt het wat aangenamer: er is een drum die vaardig bespeeld wordt door Menal en een paar meisjes beginnen spontaan te buikdansen. Prachtig! Zie het resultaat op Youtube:

Bij mijn 3e bezoek aan de damesruimte vindt de grootste verrassing plaats: Sitty (zie eerdere berichten, ze stond op het punt van overlijden) bezoekt het feest en maakt zelfs een soort van dansje... Het lawaai lijkt haar niet te deren. Tegen 11 uur ben ik totaal gesloopt en het feest is nog lang niet afgelopen. Op dit moment gooit de party-tijger de handdoek dus in de ring: ik ga een verdieping lager naar mijn huis. Helaas is het daar ook heel druk en gezellig. De muziek maakt dat we elkaar nauwelijks kunnen verstaan. Naar bed gaan is er ook niet bij, want 'mijn kamer' is een soort gemeenschappelijk bezit geworden waar men in en uit loopt. Als tegen half 1 de rust begint weer te keren en ik naar bed zou kunnen, is het t-shirt waarin ik slaap zoek. Een zeer onbelangrijk probleem, maar op dat moment precies de druppel die ik nodig had om de emmer te laten overstromen! Ik huil van onmacht en oververmoeidheid!

In de afgelopen nacht heb ik mezelf dan ook voorgenomen een oplossing te zoeken voor mijn onderdak. Dit zal nog niet meevallen, gezien de overbevolking én de uitleg die de familie dient te krijgen voor mijn vertrek. Ze bedoelen het allemaal zo goed: ik ben degene die na ruim 30 jaar alleen leven niet meer zo gemakkelijk omschakel naar een leven van 24 uur per dag gezelschap om me heen. Om 'geestelijk fit' te blijven is zelfzorg van het grootste belang. Dit betekent in mijn geval een 'eigen plek' (hoe klein ook) waar ik de deur achter me kan dichttrekken om op mezelf te zijn. Waar ik gewoon even kan nadenken of voor me uit staren of wat dan ook. Gek, Palestijnen lijken deze behoefte helemaal niet te hebben...
Voor de plaatjes, zie:
http://www.mijnalbum.nl/Album=QDFEOTMT
En voor het filmpje, zie:
http://youtube.com/watch?v=x3ycQu8lWE8